Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Op 6 augustus 2014 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een interessante uitspraak gedaan over uitvoerbaarheid van bestemmingsplannen. Het gaat hier om een bestemmingsplan voor het ‘Kazernekwartier' in Venlo. Dit bestemmingsplan maakt blijkens de uitspraak onder meer detailhandel, dienstverlening, kantoorruimte en leisure mogelijk.
Interessant aan de uitspraak is dat het hier kennelijk ging om functies die (grotendeels) al in een eerder bestemmingsplan mogelijk waren gemaakt. Dit brengt de Afdeling tot de conclusie dat artikel 3.1.6 lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening (de ‘ladder voor duurzame verstedelijking', zie mijn eerdere bijdrage van 20 juni 2014) niet van toepassing is.
Desondanks overweegt de Afdeling:“Het voorgaande laat onverlet dat uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening zich binnen de planperiode van in beginsel tien jaar wel een behoefte aan de voorziene ontwikkelingen moet voordoen en dat er ook anderszins geen belemmeringen zijn die zich tegen de realisering van die ontwikkelingen binnen de planperiode verzetten.”Vervolgens beoordeelt de Afdeling per toegestane functie of aan dit uitgangspunt wordt voldaan. Opvallend is dat bij deze beoordeling met geen woord wordt ingegaan op de Dienstenrichtlijn en/of het de voor detailhandel inmiddels veelvuldig toegepaste criterium ‘duurzame ontwrichting'. Dit is opvallend omdat er in de praktijk veel discussie is over de vraag in hoeverre een voorafgaand behoefte onderzoek toelaatbaar is binnen de Dienstenrichtlijn. Daarnaast is voor detailhandel (geen dienst in de zin van de Dienstenrichtlijn) in jurisprudentie uitgemaakt dat slechts ter voorkoming van 'duurzame ontwrichting' ruimte bestaat voor distributie (-planologisch onderzoek). Wellicht is dit simpelweg geen onderdeel van discussie geweest, maar ook denkbaar is dat de Afdeling enigszins van koers wijzigt. Zoals in mijn eerdere bijdrage van 20 juni jl. al gesteld, kan behoefteonderzoek in het kader van een goede ruimtelijke ordening nodig zijn en dus ook toelaatbaar. De Dienstenrichtlijn doet daar niet aan af; voor detailhandel is deze richtlijn niet van toepassing.
De Afdeling komt overigens tot de voorlopige conclusie dat de gemeenteraad van Venlo de behoefte aan de binnen het bestemmingsplan toegestane leisurefuncties onvoldoende heeft aangetoond. De bestuurlijke lus wordt toegepast, dus de raad krijgt nog de kans het huiswerk opnieuw te doen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.