Praktijkgebieden: Vastgoed
De gemeente Amsterdam (overigens niet als enige gemeente) gebruikt de Huisvestingswet oneigenlijk door een onjuiste, want te beperkte, definitie van het begrip ‘'huishouden'' te hanteren. Bij een huishouden moet het volgens de definitie in de regionale verordening gaan om één of twee volwassenen al dan niet met kinderen. Daarbij wordt de eis gesteld dat tussen deze volwassenen een samenlevingswens dient te bestaan, die niet overwegend wordt bepaald door de beslissing de een voor zelfstandige bewoning geschikte woonruimte te delen (dit criterium wordt hierna aangeduid als: “samenlevingseis”). Indien er meer volwassenen in een woonruimte worden aangetroffen, zeg drie studenten of anderszins drie starters op de Amsterdamse woningmarkt, wordt gesteld dat de woonruimte niet wordt bewoond door één huishouden, maar door meer huishoudens. Afhankelijk van de omstandigheden stelt de gemeente zich dan op het standpunt dat dit kamerverhuur is en in strijd wordt gehandeld met artikel 30 van de Huisvestingswet omdat de betrokken woonruimte zonder vergunning aan de woonruimtevoorraad is onttrokken dan wel dat deze is omgezet in meer onzelfstandige woonruimtes. Niet zelden werden er forse boetes opgelegd. Wij staan verhuurders en huurders bij in procedures en geven advies.
Onder de noemer “woningdelen” vindt er momenteel een brede discussie plaats in de gemeenteraad. Namens partijen die wij bijstaan hebben wij ons gemengd in deze discussie met een uitgebreide notitie gedateerd 17 april 2013, die aan wethouder Ossel en aan de gemeenteraad is gezonden. Wethouder Ossel heeft daarop gereageerd bij brief van 3 juni 2013, waarin door hem onder meer is gesteld dat de samenlevingseis niet meer wordt gesteld bij een samenlevingsvorm van twee volwassenen. Dit roept onmiddellijk de vraag op om welke redenen de wethouder deze eis wel stelt indien meer dan twee volwassenen besluiten een woonruimte te delen. In de brief van 9 september 2013 hebben wij hierop gereageerd.
Wij zetten ons ervoor in dat op een zo kort mogelijke termijn een einde wordt gemaakt aan de oneigenlijke toepassing van de Huisvestingswet die het woningdelen ernstig frustreert en er duidelijkheid wordt gegeven over de wijze waarop zelfstandige woonruimte in gebruik kan worden gegeven.
Yordy Soffner is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vastgoed.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.