Praktijkgebieden: Vastgoed
Een natuurlijke of rechtspersoon is volgens de Algemene wet bestuursrecht belanghebbende indien deze een rechtstreeks belang heeft bij een besluit. In het geval het gestelde belang uitsluitend voortkomt uit een contractuele relatie is er sprake van een afgeleid belang, zodat de betrokkene niet als belanghebbende wordt aangemerkt.
Dit geldt echter niet voor ieder afgeleid belang. In een recente eerdere weblog is al aandacht besteed aan de uitzondering, namelijk dat een economisch eigenaar van een onroerend goed toch belanghebbend kan zijn, ondanks de omstandigheid dat diens belang uitsluitend voortkomt uit een contractuele relatie. In de besproken uitspraak werd echter geconcludeerd dat er geen belanghebbendheid was.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft onlangs een uitspraak gedaan waarin een economisch eigenaar van een onroerend goed wel als belanghebbende werd aangemerkt.
De volgende omstandigheden leidden tot de onderhavige uitspraak. Met de economische eigendom kwamen alle baten en lasten van het onroerend goed voor rekening van betrokkene, het risico berustte bij hem, de exploitatie van het onroerend goed kwam voor diens rekening en risico, hij was bevoegd tot het verrichten van alle feitelijke en rechtshandelingen en de juridisch eigenaar diende zich anders dan op verzoek van de economisch eigenaar te onthouden van het verrichten van enige feitelijke of rechtshandeling met betrekking tot het goed. Onder deze omstandigheden is de Afdeling van oordeel dat de betrokkene als belanghebbende dient te worden aangemerkt, aangezien een reële mogelijkheid bestaat dat zij door het betrokken besluit (i.c. een aanwijzing als gemeentelijk monument) in zijn aan de economische eigendom ontleende belang zal worden geschaad.
Met deze rechtspraak wordt de gewone koper niet belanghebbende bij een besluit ten aanzien van het onroerend goed, waarop zijn overeenkomst betrekking heeft. Onder omstandigheden kan dit echter anders zijn, met name nadat eventuele ontbindende voorwaarden zijn uitgewerkt, de leveringsdatum nadert en bijvoorbeeld aan de koper de sleutels ter beschikking zijn gesteld. Indien de sleutelverklaring, die in dit verband wordt opgesteld, wordt aangevuld met bepalingen als hiervoor beschreven, zal de koper worden aangemerkt als belanghebbende bij een besluit ten aanzien van het onroerend goed.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.