Praktijkgebieden: Bouwrecht
Het nieuwe Bouwbesluit 2012 zou de zorgsector ruim een miljard euro kunnen kosten. Dit staat in een persbericht op de website van de Stichting Expertisecentrum Regelgeving Bouw (ERB).
Op dit moment moeten gebouwen, zowel bestaand als nieuw, voldoen aan het Bouwbesluit 2003. Inmiddels is echter een opvolger van dit besluit in de maak, het Bouwbesluit 2012. Zie hierover ook onze bijdrage van 4 mei 2011.
De hoge meerkosten zouden vooral worden veroorzaakt door aangescherpte brandveiligheidseisen. Volgens de ERB zou vrijwel geen zorginstelling voldoen aan de aangepaste brandveiligheidseisen, vooral wat betreft brandcompartimentering en vluchtroutes. Het aanpassen van bestaande gebouwen zou kostbaar zijn, zeker als blijkt dat de aanpassingen niet binnen het bestaande gebouw gerealiseerd kunnen worden.
Net als in het Bouwbesluit 2003, maakt het nieuwe ontwerp Bouwbesluit onderscheid in voorschriften voor “bestaande bouw” en voorschriften voor “nieuwbouw”. Uitgangspunt hierbij is uiteraard dat de eisen aan bestaande gebouwen minder vergaand mogen zijn dan eisen aan nieuwbouw, juist om te voorkomen dat voor bestaande gebouwen hoge kosten moeten worden gemaakt om aan het Bouwbesluit te (blijven) voldoen. Op grond van artikel 1a van de Woningwet is het immers ook verboden om een bestaand gebouw in een staat te brengen, te laten komen of te houden die niet voldoet aan de relevante voorschriften uit het Bouwbesluit.
De wetgever zou er naar mijn mening in elk geval verstandig aan doen nader te onderzoeken of veel bestaande zorggebouwen inderdaad niet kunnen voldoen aan de voorschriften voor “bestaande bouw” die in het nieuwe Bouwbesluit 2012 worden opgenomen. Het ontwerp Bouwbesluit zou hier zo nodig om moeten worden aangepast, met als uitgangspunt dat de eisen voor bestaande gebouwen realistisch moeten zijn.
Hierbij moet worden bedacht dat veranderingen aan bestaande gebouwen, op grond van vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, al snel moeten worden getoetst aan de nieuwbouweisen uit het Bouwbesluit. Naar mijn mening zou de wetgever hier rekening mee moeten houden. Dit kan bijvoorbeeld door in het Bouwbesluit duidelijk te maken aan welke voorschriften eventuele veranderingen van bestaande gebouwen moeten worden getoetst.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.