Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
In artikel 8 van de Woningwet is bepaald dat de gemeenteraad een bouwverordening vaststelt die uitsluitend de voorschriften bedoeld in het tweede tot en met tot en met het achtste lid bevat. In het tweede lid, sub a, is beschreven dat de bouwverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van woningen en andere bouwwerken met betrekking tot de beschikbaarheid van drinkwater van energie, de reinheid, bestrijden van schadelijk of hinderlijk gedierte, de brandveiligheid en het aantal personen dat er mag wonen. In de model-bouwverordening, die in de meeste gemeenten van toepassing is, is in artikel 4:14 bepaald dat het verboden is na de bouw van een bouwwerk, waarvoor vergunning is verleend, dit bouwwerk in gebruik te geven of te nemen indien er niet is gebouwd overeenkomstig de bouwvergunning. Dit is dus een voorschrift aangaande het gebruik, dat is gebaseerd op het hiervoor beschreven artikel 8, tweede lid, onder a. Het bereik van dit voorschrift is beperkt tot het veilig en verantwoord gebruik van bouwwerken. De bepaling strekt ertoe dat in de bouwverordening voorschriften kunnen worden gegeven om te voorkomen dat onveilige situaties ontstaan als gevolg van het in gebruik nemen van onverantwoorde bouwwerken of bouwwerken, waarin niet alle noodzakelijke bouwtechnische voorzieningen zijn aangebracht.
In de casus, waarover de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State van 23 december 2009 handelde, ging het om de verbouwing van een woning in afwijking van een bouwvergunning, welke afwijking er onder meer uit bestond dat de woning groter was uitgevoerd dan vergund. Om te voorkomen dat deze woning in gebruik werd genomen is een last onder dwangsom op grond van artikel 4:14 van de bouwverordening opgelegd. Er was echter niet gebleken dat de woning niet aan de daaraan gestelde technische eisen voldeed. Het ging dus alleen om een afwijking in de maatvoering van de bouwvergunning en daarmee om gebruik in planologische zin. Zo ver strekt echter het bereik van artikel 4:14 van de bouwverordening niet. Dit is immers beperkt tot het veilig en verantwoord gebruik van bouwwerken. De Afdeling laat daarom dit artikel buiten toepassing voor zover betrekking hebben op ander gebruik, zoals gebruik in planologische zin.
Het komt de rechtszekerheid ten goede indien alle gemeenten die een vergelijkbaar artikel in de bouwverordening hebben, dit aanpassen. Dan weet een ieder bij voorbaat waar hij aan toe is.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.