Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Ook als de overtreding vast staat, kan een besluit tot oplegging van een last onder dwangsom worden geschorst. Dat bleek onlangs bij een uitspraak van de Voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De vraag is wel of de overtreder hier blij mee moet zijn.
Vast kwam te staan dat de geldende geluidsnorm werd overschreden en dat er geen concreet zicht was op legalisatie. Er was weliswaar een aanvraag voor een legaliserende vergunning ingediend, maar aangezien deze aanvraag onvolledig was, kon daarop nog niet worden beslist.
De reden voor schorsing was dat de dwangsom verbeurd zou worden per overtreding. Aangezien het hier gaat om een overtreding ging met een continu karakter, zouden er geen op zichzelf staande overtredingen voordoen, aldus de Voorzieningenrechter. Daar kwam nog bij dat het bevoegd gezag had aangekondigd dat slechts één keer per week zou worden gecontroleerd. Volgens de Voorzieningenrechter valt daarom niet in te zien waarom een dwangsom per overtreding was opgelegd. De dwangsom is daarom geschorst.
Moet het bedrijf waaraan de dwangsom was opgelegd hiermee blij zijn? Ik denk het niet. Het bedrijf zal bepaald slechter af zijn. In een binnenkort nieuw te nemen besluit zal de dwangsom niet worden verbeurd per overtreding, maar hetzij op een bedrag ineens, hetzij op een bedrag per tijdseenheid, waarin de overtreding voortduurt. In beide gevallen riskeert het bedrijf verbeurte van een zodanig hoger bedrag, dat het zich verbeurte waarschijnlijk niet kan veroorloven.
Indien geen verzoek om voorlopige voorziening zou zijn ingediend, had het bedrijf zich in de procedure waarin het zich verweert tegen het innen van verbeurde dwangsommen, op het standpunt kunnen stellen dat er slechts één dwangsom was verbeurd, omdat er maar één overtreding was. Gezien de uitspraak van de Voorzieningenrechter zou dit verweer succesvol zijn geweest. De tijdwinst zou dan zeer aanzienlijk zijn geweest met als prijskaartje maximaal verbeurte van éénmaal dwangsom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.