Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Een bouwplan wordt getoetst aan de redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria neergelegd in de welstandsnota. In deze nota zijn tevens de zogenaamde loketcriteria opgenomen. Deze criteria zijn van toepassing op de licht-vergunningplichtige bouwactiviteiten en houden een beperktere toets in. Beperkter omdat normaliter wordt beoordeeld of een bouwwerk zowel op zichzelf als in verband met de omgeving (of de te verwachten ontwikkelingen daarvan) niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. De loketcriteria beschouwen uitsluitend of een bouwwerk op zichzelf niet in strijd is met deze eisen en dus niet in verband met de omgeving. Vandaar ook de naam ‘loketcriteria’, een bouwplan kan bij wijze van spreken ‘aan het loket’ aan de hand van de genoemde criteria op welstand worden beoordeeld. Deze loketcriteria zijn in het leven geroepen voor het gemak van de burger.
Toch komt het voor dat er zodanig mee wordt omgesprongen dat zij omslaan in het nadeel van de burger. Dat deed zich voor in het door de Afdeling bestuursrechtspraak in de uitspraak van 16 april 2008 (200705758, Gst 7299, 81) behandelde geval. Het bestuursorgaan had vastgesteld dat een bouwplan in strijd was met de loketcriteria en had op grond daarvan de lichte bouwvergunning voor een dakkapel geweigerd. De Afdeling fluit het bestuursorgaan terug. Indien er strijd is met de loketcriteria, dient vervolgens te worden beoordeeld of het bouwplan wellicht wel voldoet aan de algemene criteria van welstand, dus die waarbij een verband wordt gelegd met de omgeving. De welstandscommissie had moeten worden gevraagd te adviseren over een toets aan deze algemene criteria. Een dakkapel die wellicht op zichzelf beschouwd niet voldoet aan de loketcriteria, kan bijvoorbeeld wel goed passen in een omgeving, waarin al meer van dezelfde dakkapellen aanwezig zijn.
Dus de hoofdregel voor de welstandstoets bij licht-vergunningplichtige bouwvergunningen blijft: uitsluitend de loketcriteria indien deze leiden tot een positief welstandsadvies, indien dat niet het geval is dan dient een toets aan de algemene welstandscriteria te volgen aan de hand van een advies van de welstandscommissie. Het niet voldoen aan de loketcriteria op zich is niet voldoende voor een weigering van de vergunning.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.