Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Het dagelijks bestuur van het stadsdeel centrum heeft voorstellen gedaan voor de aanpassing van de Garageverordening 2005. Reden hiervoor is dat deze verordening vorig jaar voor een enorme maatschappelijke en politieke beroering heeft gezorgd, waarbij als belangrijkste kritiek naar voren is gebracht dat de verordening inbreuk maakte op bestaande rechten en te zeer in het privé domein van burgers binnendrong. Het dagelijks bestuur beoogt met de huidige voorstellen tegemoet te komen aan deze kritiek. Indien na het doorlopen van de inspraakprocedure de raad met deze voorstellen kan instemmen zal dit leiden tot een nieuwe aangepaste Garageverordening.
De kernpunten van de voorstellen zijn de volgende:
*Verplichte vergunning en meldingsplicht voor garage met maximaal 1 óf 2 (het aantal staat nog niet vast) stallingplaatsen aan huis/bedrijfsruimte verdwijnt.*Passieve meldingsplicht voor overige garages (meer dan 1of 2 plaatsen) i.p.v. actieve meldingsplicht. Eigenaren van overige garages dienen bij te houden wie de plaatsen gebruikt en op verzoek van het stadsdeel deze informatie verschaffen.*Eenmalige vergunning i.p.v. periodieke vergunning voor overige garages.*Algemeen pardon voor bestaande garages (vóór 1 juni 2005) die eigenlijk volgens de regels en norm (0,5 plek per woning of 1 op 250 m2 bij een bedrijfspand) teveel parkeer-plekken bevatten.*Plusplaatsen ook bij nieuwe garages onder voorwaarden toestaan.*Beperking medegebruik van plusplaatsen in bedrijfsgarages.
Of de voorstellen voldoende aan de kritiek tegemoet komen moet nog worden afgewacht. De passieve meldingsplicht leidt nog steeds tot de noodzaak voor eigenaren een sluitend registratiesysteem in het leven te roepen van gebruikers van de plaatsen. De vraag is ook wat de sanctie zal zijn indien een eigenaar niet aan de meldingpslicht voldoet. Hoe een en ander zich verhoudt tot de Wet bescherming persoonsgegevens verdient nader onderzoek. Daarnaast blijft de vraag of het de gemeente is toegestaan op grond van haar autonome bevoegdheid voorschriften te stellen die vergaande beperkingen inhouden op gedrag dat inpandig plaats vindt.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.