Praktijkgebieden: Bestuursrecht
In het stadsdeel Amsterdam-Centrum geschiedt de advisering inzake zowel de welstand als het belang van de monumentenzorg beiden door de Commissie Welstand en Monumenten. Voorheen bestonden daarvoor twee separate commissies. Specifieke deskundigheid op het gebied van de monumentenzorg is aanwezig bij het Bureau Monumenten & Archeologie (BMA). Het BMA voorziet de Commissie Welstand en Monumenten doorgaans van een advies, welk advies voor de Commissie in de regel van groot gewicht wordt geacht. De Commissie volgt het advies echter niet klakkeloos en het komt ook voor dat het advies niet of niet geheel wordt overgenomen.
Het opmerkelijke is dat dit zwaarwegende advies van het BMA aan de Commissie niet openbaar was. Het advies was als zodanig ook niet ter herleiden uit het advies van de Commissie Welstand en Monumenten. De beleidslijn was dat het interne advies van BMA aan de Commissie niet aan derden werd gegeven. Voorzover mij bekend is dit nooit bij een rechter aan de kaak gesteld met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur. Dat lijkt inmiddels ook niet meer nodig. Onlangs heeft de Stadsdeelraad het Dagelijks Bestuur namelijk het volgende opgedragen: “Nogmaals en in overleg met de Welstandscommissie de mogelijkheden te bezien hoe meer recht zou kunnen worden gedaan aan de adviezen van BMA, bijvoorbeeld door deze zichtbaar te laten zijn in het advies van de Welstandscommissie.”
Dit is een belangrijke stap naar meer transparantie in de advisering en daarmee in de besluitvorming. Het dwingt de Commissie Welstand en Monumenten duidelijker te scheiden welke overwegingen betrekking hebben op welstand en welke op de monumentenzorg (waaraan het in de huidige praktijk nog al eens ontbreekt) en het vraagt een deugdelijke en kenbare onderbouwing, wanneer de Commissie afwijkt van het advies. Een en ander kan de kwaliteit van de besluitvorming alleen maar goed doen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.