Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Op het gebied van geluidhinder is verkeerslawaai één van de belangrijkste ergernissen van veel mensen. De ligging van een woning nabij een drukke weg kan dan ook een goede reden zijn om niet over te gaan tot aankoop ervan. Het is echter, zeker bij de aankoop van een woning in een nog te realiseren wijk, niet altijd eenvoudig om vooraf in te schatten of de geluidsbelasting acceptabel zal zijn. Op 1 januari 2007 is echter een wijziging van de Wet geluidhinder in werking getreden die huizenkopers in dit kader ondersteuning kan bieden.
In de Wet geluidhinder zijn normen opgenomen voor het maximum geluidsniveau vanwege onder meer wegverkeer. Wanneer woningen of andere “geluidsgevoelige functies” (dit zijn bijvoorbeeld ziekenhuizen of scholen) nabij een drukke weg worden gebouwd is het op grond van deze wet verplicht om akoestisch onderzoek uit te voeren om te bezien of aan deze normen kan worden voldaan.
In beginsel moet altijd worden voldaan aan de in de Wet geluidhinder opgenomen “voorkeursgrenswaarde”. In de praktijk kan echter, met name als gevolg van het bouwen in hoge dichtheden in steden, lang niet altijd aan de voorkeursgrenswaarde worden voldaan. Onder bepaalde voorwaarden kan dan “ontheffing” worden verleend van de voorkeursgrenswaarde, mits daarvoor de wettelijk bepaalde procedure wordt gevolgd.
Onder de “oude” Wet geluidhinder was het moeilijk te achterhalen voor welke gebieden en voor welke geluidswaarde ontheffing is verleend. In de gewijzigde wet is een bepaling opgenomen die daarin verandering moet brengen. Daarin is bepaald dat het bevoegde bestuursorgaan (vaak is dat het college van Burgemeester & Wethouders) het door hem genomen besluit tot het vaststellen van een hogere geluidswaarde zo spoedig mogelijk moet inschrijven in de openbare registers (het kadaster). Dit kan huizenkopers vooraf inzicht geven de geluidsbelasting van de te kopen woning. Daarbij moet wel worden bedacht dat er in het geval van nieuwbouwprojecten niet direct straatnamen en huisnummers bekend zullen zijn, zodat de inschrijving moeilijk zal zijn te traceren.
In de gewijzigde wet zijn overigens geen directe consequenties verbonden aan een niet tijdige of onjuiste inschrijving in het kadaster. Eventuele fouten van de gemeente in de registratieplicht kunnen mijns inziens in bepaalde gevallen wel leiden tot het civielrechtelijk aansprakelijk stellen van gemeenten. De koper van een huis kan bijvoorbeeld nadeel ondervinden wanneer na de koop blijkt dat voor een woning een (veel) hogere grenswaarde geldt terwijl hierover ten onrechte niets is vermeld in het kadaster.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.