Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Minister Zalm van Financiën heeft burgers in 62 gemeenten opgeroepen om het gebruikersdeel van de Onroerende Zaak Belasting (OZB) voorlopig niet te betalen. Volgens hem brengen deze gemeenten meer OZB in rekening dan wettelijk is toegestaan. Is het verstandig dit advies op te volgen?
Het antwoord is nee. Het is zelfs gevaarlijk. Zo maar een belasting niet betalen leidt tot een hoop trammelant. De overheid beschikt over tal van dwangmiddelen om een verschuldigde belasting – verhoogd met invorderingskosten en rente – alsnog betaald te krijgen.
Maar Zalm zegt dat het zijn bedoeling is de “belastingbetaler te beschermen”. Hoe verhoudt dit streven zich met de voorgaande vaststelling dat een burger met niet betalen zich alleen maar een hoop problemen op de hals haalt? Dat zit hem in het volgende.
Het is onzeker of Zalm het gelijk aan zijn zijde heeft waar hij zegt dat er gemeenten zijn die zonder ontheffing tarieven boven een drempelwaarde of met een stijging van meer dan 2% hanteren. Een gemeente die dat wel doet, handelt in strijd met de wet. Indien een burger van zo’n gemeente een aanslag voor het gebruikersdeel OZB ontvangt, zal hij daartegen bezwaar moeten maken stellende dat de tarieven onrechtmatig zijn. Indien Zalms stelling juist is zal een dergelijk bezwaarschrift gegrond moeten worden verklaard en de aanslag herroepen.
Indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt tegen de aanslag, wordt deze onherroepelijk. Dit heeft tot gevolg dat van de rechtmatigheid van de aanslag dient te worden uitgegaan, ook al kan worden aangetoond dat onjuiste tarieven zijn gehanteerd en een daartegen gericht bezwaarschrift gegrond zou zijn verklaard. De onherroepelijkheid en daarmee de rechtmatigheid van een dergelijke aanslag brengt met zich dat het daarin opgenomen bedrag aan belastingen hoe dan ook moet worden voldaan.
Zalm was dus ook wat dat betreft niet volledig met zijn oproep de OZB-belasting niet te betalen. Indien hij de belastingbetaler wilde beschermen, had hij de burgers van de gemeentes die in strijd met de wet handelden moeten oproepen bezwaar te maken tegen de aanslagen gebruikersdeel OZB.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.