Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Het ziet ernaar uit dat de Raad van het stadsdeel Amsterdam-Centrum binnenkort een nieuwe Monumentenverordening stadsdeel Amsterdam-Centrum 2005 zal vaststellen. Het doel van deze verordening is om panden die wegens hun schoon-heid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde van algemeen belang zijn te beschermen.
In het ontwerp van deze verordening is dan ook onder meer opgenomen dat het verboden is een gemeentelijk monument te beschadigen of te vernielen. Een derge-lijk verbod is begrijpelijk, het met opzet aantasten van een gemeentelijke monu-ment moet worden voorkomen. Vanuit de doelstelling van de verordening bekeken is het minder begrijpelijk dat niet is geregeld is dat een monument in een goede staat van onderhoud dient te worden gehouden of het verboden is een monument in een zodanige staat van onderhoud te hebben dat dit strijdig is met het Bouwbesluit. Door het ontbreken van een dergelijke bepaling, heeft het bevoegd gezag niet zon-der meer de mogelijkheid een eigenaar te dwingen voorzieningen te treffen om achterstallig onderhoud aan te pakken en het monument in overeenstemming te brengen met het Bouwbesluit.
Het stadsdeel meent dat een dergelijke bepaling niet nodig is daar het op grond van de Woningwet al over de bevoegdheid beschikt een aanschrijving te doen uitgaan voor het treffen van voorzieningen. Dat is maar gedeeltelijk waar. Een dergelijke aanschrijving is uitsluitend mogelijk indien een gebouw noodzakelijk voorzienin-gen behoeft. Over de vraag in welke gevallen voorzieningen noodzakelijk zijn, kan worden gediscussieerd/geprocedeerd. Het is in ieder geval zeker niet zo dat alle situaties waarin sprake is van achterstallig onderhoud zonder meer (kunnen) wor-den aangeschreven.
Gezien de doelstelling van bescherming van monumenten is het opmerkelijk dat het stadsdeel in de daarvoor opgestelde verordening geen boter bij de vis doet en verzekert dat het altijd kan optreden ingeval van achterstallig onderhoud van een gemeentelijk monument.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.