Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Het inschrijven van een merk is een waardevolle stap voor uw bedrijf. Een inschrijving in het register van het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) biedt doorgaans toereikende bescherming. Niet elke merkaanvraag wordt echter goedgekeurd. Bij weigering door het BBIE kan de aanvrager – na een bezwaarprocedure – in beroep gaan bij het Benelux Gerechtshof (Hof). Het Hof doet wijst dan een arrest, dat vervolgens op zijn website wordt gepubliceerd.
In deze blog leest u kort over de bezwaarprocedure bij het BBIE, hoe u beroep kunt instellen bij het Hof, en wat u daarbij kunt verwachten. Zie ook onze eerdere blog: Merk registreren: waar moet u op letten?
Een merkaanvraag duurt ongeveer drie maanden. Wanneer het BBIE een merkaanvraag afwijst, ontvangt de aanvrager eerst een voorlopige weigering. Dit kan onder meer voorkomen als het BBIE meent dat een merk te beschrijvend is voor de waren of diensten waarvoor het merk is aangevraagd. De aanvrager krijgt vervolgens zes maanden de tijd om schriftelijk bezwaar te maken en argumenten aan te dragen waarom de aanvraag alsnog moet worden geregistreerd. Als het bezwaar niet voldoende overtuigend is, volgt een definitieve weigering.
Een kort overzicht van het bezwaartraject:
Na een definitieve weigering is bezwaar bij het BBIE niet langer mogelijk en rest alleen nog een beroepsprocedure bij Hof.
Volgens artikel 1.15bis van het Benelux-Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom (BVIE) kan de aanvrager binnen twee maanden na de kennisgeving van de definitieve weigering door het BBIE beroep instellen bij de Tweede Kamer van het Hof. Dit gebeurt door het indienen van een verzoekschrift bij de griffie van het Hof. In beroep vordert de aanvrager vernietiging of herziening van de beslissing.
Het verzoekschrift moet de gronden voor het beroep bevatten, en eventuele bewijsstukken ter onderbouwing van het beroep.
Voor het instellen van beroep bij het Benelux Gerechtshof worden er momenteel geen griffierechten geheven. Met andere woorden: er zijn geen kosten verbonden aan het indienen van het beroep als zodanig.
Wel kan het Hof de in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de proceskosten, overeenkomstig de vastgestelde liquidatietarieven. Deze kosten zijn bedoeld als vergoeding voor de kosten en honoraria van de procesvertegenwoordigers van de partijen. Per proceshandeling kent het Hof punten toe, waarbij elk punt staat voor een vaste vergoeding van € 600.
De beroepsprocedure bij het Benelux Gerechtshof vormt een laatste, maar reële mogelijkheid om alsnog registratie van uw merk af te dwingen na een definitieve weigering door het BBIE. Het is daarom essentieel om binnen de beroepstermijn een verzoekschrift in te dienen. Een goed opgesteld verzoekschrift met overtuigende argumentatie vergroot de kans dat het Hof het beroep gegrond verklaart.
Wilt u meer weten over het indienen van een merkaanvraag of overweegt u in bezwaar of beroep te gaan? Neem gerust contact op.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.