Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Eerder beschreven wij algemeen verbindende voorschriften (AVV) en concretiserende besluiten van algemene strekking (CBAS) als typen besluiten van algemene strekking (BAS). Omdat tegen AVV geen beroep openstaat bij de bestuursrechter maar tegen CBAS wel, is het onderscheid tussen deze typen BAS niet slechts een theoretische verhandeling maar cruciaal voor de rechtsbescherming.
Het is niet altijd eenvoudig om een besluit te duiden als ofwel een algemeen verbindend voorschrift ofwel een concretiserend besluit van algemene strekking. In juli 2024 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State aan staatsraden advocaat-generaal Widdershoven en Snijders gevraagd om een conclusie over het onderscheid tussen een AVV en een CBAS. Vandaag is deze conclusie gepubliceerd (ECLI:NL:RVS:2025:764).
Widdershoven en Snijders adviseren vast te houden aan de bestaande jurisprudentiële maatstaf voor het aannemen van een CBAS. Volgens die maatstaf is een CBAS een afzonderlijk besluit dat geen zelfstandige normstelling bevat en waarin slechts de werkingssfeer of toepassing van een norm van een AVV wordt geconcretiseerd naar plaats, tijd of object. In deze formulering is verdisconteerd dat iedere in een AVV opgenomen concretisering van het toepassingsbereik van een norm van het AVV, zelf ook als een AVV wordt aangemerkt (formele verknooptheidscriterium). De concretisering deelt dan in het karakter van de regeling als geheel.
Tegen de achtergrond dat toegang tot de bestuursrechter laagdrempeliger is, dat de bestuursrechter vaak de gespecialiseerde rechter is en dat het aannemen van een CBAS tot formele rechtskracht kan leiden, hebben Snijders en Widdershoven vuistregels geformuleerd voor de te maken afweging of een CBAS wordt aangenomen.
a. Naarmate de bestuursrechter méér de bevoegde en gespecialiseerde rechter is op het betrokken terrein ligt het meer voor de hand om een besluit aan te merken als CBAS;
b. Naarmate de groep van belanghebbenden die naar verwachting nadeel zal ondervinden door het aanmerken van een besluit als CBAS in verband met de formele rechtskracht die het besluit dan jegens hen kan krijgen, groter is en dat nadeel ernstiger is, ligt het minder voor de hand om een besluit aan te merken als CBAS.
Widdershoven en Snijders erkennen dat toepassing van deze vuistregels in tegengestelde richtingen kan wijzen. Dan moet volgens hen worden afgewogen wat het zwaarst weegt in de context van het aan de orde zijnde besluit.
Ook benoemen Widdershoven en Snijders concreet dat het aannemen van een CBAS op zijn plaats is als:
a. het gaat om een context waarin laagdrempeligheid van de toegang tot de rechter bijzonder van belang is, en
b. als de wet voorziet in een procedure om het eventueel als CBAS aan te merken besluit aan te vragen.
Zelfs met deze vuistregels zal het niet altijd gemakkelijk zijn om het karakter van een besluit van algemene strekking als AVV of CBAS te herkennen. Dat hebben Widdershoven en Snijders niet helemaal kunnen wegnemen. Zij doen wel een belangrijke duit in het zakje van de rechtsbescherming. Voortaan zal bij de formulering van besluiten van algemene strekking stil moeten worden gestaan bij de rechtsingang en in het verlengde daarvan bij de meest passende rechtsbescherming.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.