icon

Geen klachtplicht bij interne bestuurdersaansprakelijkheid

Een bestuurder is tegenover de rechtspersoon gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Een bestuurder die zijn bestuurstaak niet behoorlijk vervult, kan hiervoor door de rechtspersoon aansprakelijk worden gehouden als hem daarvan een ‘ernstig verwijt’ kan worden gemaakt (artikel 2:9 BW). Dit wordt ook wel ‘interne bestuurdersaansprakelijkheid’ genoemd. Er geldt geen klachtplicht bij interne bestuurdersaansprakelijkheid.

In een arrest van de Hoge Raad van 26 april 2024 (ECLI:NL:HR:2024:681) ligt de situatie voor waarin een door de rechtspersoon aansprakelijk gestelde bestuurder een beroep doet op de klachtplicht (artikel 6:89 BW). De bestuurder meent dat de rechtspersoon/schuldeiser geen beroep meer kan doen op een gebrek in zijn prestatie als bestuurder, omdat hij hierover niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijze had moeten ontdekken bij de bestuurder heeft geklaagd.

De Hoge Raad overweegt in dit arrest dat een bestuurder niet aan aansprakelijkheid tegenover de rechtspersoon kan ontkomen door een beroep te doen op de klachtplicht. De aard van de rechtsverhouding tussen de bestuurder en de rechtspersoon staat hieraan in de weg. Daarnaast zou dit betekenen dat de bestuurder van een rechtspersoon bij zichzelf zou moeten klagen. Dit geldt ook wanneer er sprake is van meerdere bestuurders. De collegiale verhoudingen binnen het bestuur kunnen namelijk bemoeilijken dat er binnen bekwame tijd wordt geklaagd over onbehoorlijke taakvervulling van een medebestuurder.

Heeft u vragen over bestuurdersaansprakelijkheid? Neemt u dan gerust contact met mij op.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Geen klachtplicht bij interne bestuurdersaansprakelijkheid

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief