Praktijkgebieden: Aanbestedingsrecht
Met ingang van 1 januari a.s. zijn enkele wijzigingen doorgevoerd die van belang zijn voor de aanbestedingspraktijk. Ten eerste wordt de aanbestedingsdrempel aangepast, ten tweede wijzigt de Gids Proportionaliteit en tot slot nemen opdrachtgevers die de Governance Code Veiligheid in de Bouw, zoals het Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat, hebben ondertekend veiligheidsbewustzijn als verplichting op in aanbestedingen.
De gewijzigde Europese drempelbedragen zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. De nieuwe drempelbedragen zijn, zoals gebruikelijk, vastgesteld voor een periode van twee jaar. Dat betekent dat de bedragen gelden tot en met 31 december 2023.
De drempelbedragen voor de meest voorkomende opdrachten/opdrachtgevers zijn:
De drempelbedragen stijgen met ongeveer een half procent. Alleen het drempelbedrag voor sociale en andere specifieke diensten blijft gelijk. De bedragen zijn exclusief btw en zullen gelden voor nieuwe opdrachten die vanaf 1 januari 2022 aangekondigd worden.
Ook voor opdrachten onder de Europese drempelwaarde kan een aanbestedingsplicht gelden, bijvoorbeeld op basis van de Gids Proportionaliteit, eventueel in combinatie met het eigen inkoopbeleid van aanbestedende diensten. Nederlandse gemeenten spenderen gemiddeld bijvoorbeeld bijna de helft van hun budget aan de inkoop van bijvoorbeeld groenonderhoud, inhuur van allerhande ondersteuning, de bouw van werken, maar ook de inkoop van openbare verlichting of straatnaamborden. Het kabinet wil de aanbestedingspraktijk van aanbestedende diensten, waarmee jaarlijks voor 73 miljard euro aan diensten en producten wordt ingekocht, verder professionaliseren.
De aanpassing van de Gids proportionaliteit heeft onder andere als doel om buitensporige toepassing van rechtsverwerkingsclausules in te perken. Met de wijzigingen in hoofdstuk 4 van de Gids Proportionaliteit wordt beoogd de balans tussen de belangen van opdrachtgevers en opdrachtnemers te herstellen. De wijzigingen zien op de onderwerpen vragen aan en mededelingen van aanbestedende diensten, vormvereisten, de standstill periode en proportionele klachtenafhandeling.
In het Grossmann arrest heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie geoordeeld dat aanbestedende diensten een proactieve houding mogen verwachten van inschrijvers. Deze proactieve houding gaat verder dan het slechts stellen van vragen. In de praktijk betekende dit dat aanbestedende diensten bepalingen in de aanbestedingsstukken opnamen waarmee strenge eisen aan de tijdigheid van klachten en procedures werden gesteld, op straffe van verval van recht. Onderkend is dat dit niet bijdraagt aan een adequate rechtsbescherming van inschrijvers. De gewijzigde Gids proportionaliteit geeft aan dat het – onder specifieke omstandigheden – disproportioneel kan zijn om op grond van het enkele feit dat een vraag niet (tijdig) is gesteld, het recht te laten vervallen om een onderwerp alsnog aan te kaarten. Het is maar de vraag hoe effectief de wijziging van de Gids op dit punt zal zijn. In de gewijzigde tekst is onder andere opgenomen: “Het is disproportioneel het niet stellen van een vraag automatisch te laten leiden tot het verval van recht om het onderwerp alsnog aan de orde te stellen, maar inschrijvers dienen wel een proactieve houding aan te nemen. Het is belangrijk dat inschrijvers zo vroeg mogelijk vragen presenteren. Een aanbestedende dienst moet een evenwicht vinden tussen de belangen.” Aanbestedende diensten wordt dus nog steeds ruime eigen afwegingsruimte gelaten, waar gezien het verleden vast weer enthousiast gebruik van gemaakt zal worden.
Met deze wijziging is als uitgangspunt digitale indiening van een inschrijving genomen. Mocht door een aanbestedende dienst toch goede reden gezien worden om analoge indiening van de inschrijving te verlangen, wordt de aanbestedende dienst meegegeven zich af te vragen of er daadwerkelijk meerdere exemplaren noodzakelijk zijn. Hiermee wordt getracht de lasten voor inschrijvers te verlichten.
Indien de Aanbestedingswet van toepassing is is de standstill periode 20 dagen (de Alcateltermijn). De standstill periode is niet wettelijk geregeld voor opdrachten met een waarde onder de Europese drempels. De gewijzigde Gids bepaalt dat direct gunnen in strijd is met het fairplaybeginsel en de maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Het is proportioneel ook hier met een standstill periode rekening te houden. Het gaat daarbij om een, gegeven de omstandigheden, redelijke termijn. Overeenkomstig voorbeelden uit de praktijk wordt aanbestedende diensten een richtsnoer meegegeven van termijnen van 7 of 10 kalenderdagen.
De gewijzigde Gids bepaalt dat een aanbestedende dienst alleen proportionele eisen aan het indienen van een bezwaar of klacht stelt, zoals bijvoorbeeld het schriftelijkheidsvereiste. Tevens wordt het niet proportioneel geacht bij indiening van een bezwaar opschorting van de aanbestedingstermijn bij voorbaat uit te sluiten. Tot slot wordt in de gewijzigde Gids expliciet vermeld dat een bepaling in de aanbestedingsdocumentatie die de mogelijkheid tot rechtsbescherming dan wel het aanhangig maken van een (bodem)procedure onredelijk beperkt disproportioneel is. Eventueel kan een aanbestedende dienst aan de mogelijkheid van rechtsbescherming of het aanhangig maken van een (bodem)procedure wel een redelijke (verval)termijn koppelen, die voldoende lang is voor een inschrijver om ook daadwerkelijk van die mogelijkheid gebruik te kunnen maken.
Veiligheid wordt in 2022 een vast onderdeel in aanbestedingen van onder andere Rijkswaterstaat en het Rijksvastgoedbedrijf, die veiligheidsbewustzijn vanaf 1 januari 2022 als verplichting opnemen in aanbestedingen. Vanaf 2022 hanteren deze opdrachtgevers de zogenoemde Veiligheidsladder (NEN Safety Culture Ladder) om het veiligheidsbewustzijn van organisaties meetbaar, inzichtelijk en vergelijkbaar te maken. Dat betekent dat bouwbedrijven die kans willen maken op opdrachten, moeten voldoen aan bepaalde eisen. In de Handreiking Veiligheid in Aanbestedingen is meer informatie te vinden over de toepassing van de Veiligheidsladder. Bedrijven dienen hun veiligheidscompliance aan te tonen door een auditcyclus te volgen van een certificerende instelling. Bedrijven tot 5 personen zijn daarvan vrijgesteld, maar voor deze bedrijven gelden wel dezelfde eisen aan houding en gedrag. Het is de vraag hoe dit vereiste in de toekomst gaat uitwerken, en in hoeverre bedrijven groter dan 5 werknemers, maar niet zo groot als de grote jongens, aan deze vereisten kunnen voldoen en dus hoe proportioneel dit vereiste is. Het valt in ieder geval op dat onder de opdrachtnemers die de Governance Code Veiligheid in de Bouw hebben ondertekend met name de grotere bouwbedrijven zijn.
De besproken wijzigingen ten aanzien van de drempelbedragen en de Gids proportionaliteit maken het noodzakelijk dat interne (beleid)documenten, procedures en handelswijzen van aanbestedende diensten worden geëvalueerd en geactualiseerd. Door de betere borging van rechtsbescherming van inschrijvers met de wijziging van de Gids Proportionaliteit zullen inschrijvers beschikken over meer ruimte om hun bezwaren en klachten te uiten. Op deze manier zullen inschrijver vaker voet aan de grond kunnen krijgen in aanbesteding onder de Europese drempelbedragen. Veiligheid is natuurlijk een groot goed, maar het is de vraag in hoeverre kleinere ondernemers kunnen voldoen aan de aangescherpte vereisten die aanbestedende diensten als Rijkswaterstaat en het Rijksvastgoedbedrijf vanaf 1 januari 2022 gaan stellen.
Wilt u meer weten over de gewijzigde Gids Proportionaliteit of bent u op zoek naar rechtsbescherming in een aanbestedingsprocedure? Neem dan vrijblijvend contact op: sinnige@wieringa.nl of 020 624 68 11. Op de hoogte blijven? Abonneer u kosteloos op onze nieuwsbrief
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.