Praktijkgebieden: Omgevingsrecht
De Omgevingswet bundelt 26 wetten en honderden andere regelingen voor onder meer ruimtelijke ordening, infrastructuur, milieu en water. Deze nieuwe wet zou volgens planning op 1 januari 2021 in werking treden. Zoals eerder geschreven in onze blog zou er voor 1 juli 2020 duidelijkheid komen of de inwerkingtreding van de Omgevingswet daadwerkelijk volgens planning zou kunnen plaatsvinden. In een kamerbrief van 1 april jongstleden heeft minister Van Veldhoven van Milieu en Wonen de Eerste en Tweede Kamer op de hoogte gesteld over de ontwikkelingen rondom de Omgevingswet. De inwerkingtreding zal uitgesteld worden tot een nader te bepalen datum na 1 januari 2021, zodat bevoegd gezagen zich nu eerst kunnen richten op het bestrijden van de gevolgen van het Coronavirus.
Minister Van Veldhoven benadrukt in haar brief het grote belang van een zorgvuldige implementatie van het stelsel van de Omgevingswet. De recente ontwikkelingen rond het Coronavirus en de keuze van het kabinet om de genomen maatregelen ter bestrijding van het Coronavirus voorlopig door te zetten, maken dat uitstel van de inwerkingtreding van de Omgevingswet nodig is. De samenloop van de grote inzet die nodig is om de Omgevingswet te implementeren met het Coronavirus maakt dat de minister een duidelijk signaal wil geven om niet vast te houden aan de voorgenomen invoeringsdatum. Bevoegde gezagen moeten zich nu eerst kunnen richten op wat het belangrijkste is: het bestrijden van het Coronavirus.
Naast het Coronavirus is de inwerkingtreding van de Omgevingswet ook om andere redenen een zeer complex proces. Volgens de minister zijn er stevige uitdagingen in het proces richting inwerkingtreding en implementatie van de Omgevingswet. Er liggen bijvoorbeeld nog laatste inhoudelijke wetgevingsproducten voor in de Eerste Kamer. Mede door de maatregelen rondom het Coronavirus vindt de mondelinge behandeling later plaats dan gepland. Daarnaast is er sprake van vertraging in het beschikbaar komen van de publicatiestandaard voor Omgevingswetdocumenten. Dit levert problemen op voor leveranciers van plansystemen, waardoor de tijd om te oefenen met bepaalde functionaliteiten wordt beperkt. Ook dit zal waarschijnlijk door Corona nog extra vertraagd worden. Ten slotte is er vertraging in de verwerving van lokale software. Het is ook hier de inschatting dat de Coronamaatregelen maken dat het meer tijd kost om dit vlot te trekken.
De inwerkingtreding van de Omgevingswet zal dus op een later tijdstip na 1 januari 2021 gaan plaatsvinden. De minister zal na overleg met de bestuurlijke partners met een voorstel voor een nieuwe inwerkingtredingsdatum komen. De minister benadrukt daarbij dat het niet de vraag is of, maar wanneer het nieuwe stelsel in werking zal treden. In maandelijkse brieven zal de minister de Eerste en Tweede Kamer op de hoogte houden van de stand van zaken. Wij zullen u uiteraard op de hoogte houden van de laatste ontwikkelingen.
Deze blog is mede tot stand gekomen door bijdragen van Marjolein Zinkhann, momenteel verbonden aan Wieringa Advocaten als juridisch medewerker.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.