Praktijkgebieden: Omgevingsrecht
Nadat de Eerste Kamer vorige week debatteerde met minister Van Veldhoven van Milieu en Wonen over de Invoeringswet Omgevingswet, zou vandaag de stemming over de Invoeringswet Omgevingswet en daarbij ingediende moties plaatsvinden. Op verzoek van de Eerste Kamer is de stemming echter uitgesteld om meer tijd te krijgen voor een oordeel over de door het kabinet in het debat gedane toezeggingen. De stemming vindt na uitstel met een week op dinsdag 11 februari 2020 plaats.
Tijdens het debat van vorige week werden door de Eerste Kamerleden veel vragen gesteld en zorgen geuit. Verschillende onderwerpen kwamen aan bod, zoals de participatie van burgers en het actief betrekken van burgers bij participatie. Over participatie onder de Omgevingswet schreven wij eerder dit blog.
Een ander heet hangijzer bleek de vordering van de voorbereidingen voor de invoering van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Wij beschreven eerder de digitalisering onder de Omgevingswet en signaleerden recentelijk dat de vaste commissie voor infrastructuur, waterstaat en omgeving van de Eerste Kamer nog veel vragen had over het DSO. De minister gaat ervan uit dat het DSO op tijd op orde is, maar zegde toe dat als voor 1 juli 2020 blijkt dat dit toch niet het geval is, de invoering van de Omgevingswet zal worden uitgesteld en dus niet zal plaatsvinden op 1 januari 2021.
In het debat van vorige week werden drie moties ingediend. Met de eerste motie wordt de regering verzocht om in het Invoeringsbesluit Omgevingswet een regeling op te nemen die ervoor zorgt dat er een plicht ontstaat voor gemeenten, provincies en waterschappen om participatiebeleid op te stellen.
De tweede motie omvat een verzoek voor het geval na inwerkingtreding van de Omgevingswet uit rechtspraak blijkt dat het aanvragen van een vergunning voor het bouwen op grond van het omgevingsplan in een gebied waar geen wettelijke verplichting geldt een aanvraag niet leidt tot een voor beroep vatbare beschikking. In die situatie zou volgens de motie een conformiteitsverklaring in het leven geroepen moeten worden, waarin wordt opgenomen dat het bouwplan voldoet aan de wettelijke regels. Recentelijk schreven wij een blog over de ‘knip’ in de vergunningsaanvraag voor bouwactiviteiten onder de Omgevingswet, waarin net als in de tweede motie wordt gesignaleerd dat het systeem omtrent de vergunning voor het bouwen op grond van het omgevingsplan nog niet sluitend lijkt.
De derde motie omvat een verzoek aan de regering om uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van de Omgevingswet te onderzoeken of bestuursorganen waaraan discretionaire bevoegdheden zijn toegekend, gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om hun beoordelings- en beleidscriteria vast te leggen in beleidsregels als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht en te bevorderen dat die bestuursorganen alsnog van die mogelijkheid gebruikmaken indien uit het onderzoek blijkt dat dit niet het geval was.
Het blijft dus nog even spannend voor de Invoeringswet Omgevingswet. Als het goed is weten wij volgende week eindelijk meer!
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.