Praktijkgebieden: Bestuursrecht, Ruimtelijke ordening
Eerder schreven wij dat het gemeentebestuur van Amsterdam bekend heeft gemaakt het voornemen te hebben een (paraplu)bestemmingsplan ‘kantoren met baliefunctie’ voor te bereiden die ziet op het weren van kantoren met baliefunctie langs grachten en waterwegen in de binnenstad. Op dit moment zijn langs de waterwegen in de binnenstad kantoren met baliefunctie op vele plaatsen toestaan. In bestemmingsplan ‘Postcodegebied 1012’ wordt een kantoor met baliefunctie omschreven als: “een kantoor met een publieksaantrekkende hoofdfunctie, zoals een bank, postkantoor, gemeentehuis, reisbureau en dergelijke, met uitzondering van geldwisselkantoren en telefoneerinrichtingen”. Een groot deel van de binnen dit bestemmingsplan gelegen gronden heeft de bestemming ‘Centrum’ of ‘Gemengd’. Op deze gronden is het (in de eerste bouwlaag of het volledige gebouw) toegestaan om een kantoor met baliefunctie te exploiteren. In andere bestemmingsplannen die gelden in de binnenstad, zoals bijvoorbeeld de bestemmingsplannen ‘Nieuwmarkt’, ‘Zuidelijke Binnenstad’ en ‘Westelijke Binnenstad’ zijn soortgelijke bepalingen opgenomen.
Wat verstaan moet worden onder ‘kantoor met baliefunctie’ is niet beperkt tot de functies die in het bestemmingsplan zijn genoemd. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft bepaald dat bijvoorbeeld ook een ticketverkoopkantoor past binnen de definitie van kantoor met baliefunctie.
Inmiddels is het gemeentebestuur dus voornemens om kantoren met baliefunctie langs de waterwegen in de binnenstad aan banden te leggen. Eerder trok het gemeentebestuur al ten strijde tegen toeristenwinkels in het centrum door vaststelling van het bestemmingsplan Winkeldiversiteit Centrum. Met bestemmingsplan Winkeldiversiteit Centrum werd het vestigen van nieuwe ticketverkoopkantoren ook al verboden. Destijds werd voorafgaand aan het bestemmingsplan een voorbereidingsbesluit genomen, wat een direct verbod inhield voor de opening van nieuwe toeristenwinkels, vooruitlopend op het nieuwe bestemmingsplan.
In het onderhavige geval is gekozen voor een andere werkwijze, en is geen direct verbod uitgevaardigd voor nieuwe kantoren met baliefunctie langs de grachten. Dit betekent dat nieuwe kantoren met baliefunctie, daar waar het huidige bestemmingsplan dat toestaat (en ook geen sprake is van strijd met bestemmingsplan Winkeldiversiteit Centrum), ondanks het door het gemeentebestuur gepubliceerde voornemen nog altijd toegestaan zijn.
Stilzitten loont in dit geval zeker niet. Een aanspraak op planschadevergoeding door het verliezen van gebruiksmogelijkheden zal door het bekend maken van het voornemen van het gemeentebestuur vrijwel zeker verloren gaan. Het is vaste rechtspraak bij planschadezaken dat een eigenaar slechts dan aanspraak heeft op vergoeding van planschade wegens het vervallen van gebruiksmogelijkheden op zijn perceel, indien in de periode waarin voortekenen bestonden van de kans dat het planologische regime in nadelige zin zou veranderen, concrete pogingen in het werk zijn gesteld om die mogelijkheden te benutten. Blijft de eigenaar toch stilzitten, dan is dat verwijtbaar en is sprake van passieve risicoaanvaarding waarmee de planschadeaanspraak verloren gaat. Uiteraard moet de termijn van voorzienbaarheid voldoende lang zijn om daadwerkelijk een concrete poging te doen. In zijn algemeenheid geldt dat hoe complexer de situatie, hoe langer de termijn is die de eigenaar toekomt om een concrete poging te doen.
Indien het gewenst is om een kantoor met baliefunctie in gebruik te nemen langs een waterweg in de binnenstad van Amsterdam is ons advies om dit zo snel mogelijk te doen en e.e.a. goed te documenteren. Wie later niet kan aantonen dat het gebruik al vóór inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan werd aangevangen loopt het risico dat er handhavend wordt opgetreden en het gebruik alsnog moet worden gestaakt.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.