Praktijkgebieden: Incasso, beslag en executie
Beslag is een graag gebruikt instrument in de praktijk. Schuldeisers leggen conservatoir beslag ter bewaring van hun rechten en procederen vervolgens in alle rust voor een executoriale titel. De Hoge Raad wijst ons op de onzekerheid van beslag. In zijn arrest van 18 november 2016, RvdW 2016/1176, bepaalde ons hoogste rechtscollege dat het enkel leggen van conservatoir beslag namelijk niet meebrengt dat de beslaglegger op grond van artikel 3:36 BW aanspraak verkrijgt het beslagene goed onbezwaard te executeren.
In het onderhavige geval bleek uit het hypotheekregister dat ruim vóór het conservatoir beslag een hypotheekhouder afstand had gedaan van zijn hypotheekrecht. Ná beslaglegging rectificeerde deze hypotheekhouder de afstandsverklaring echter op grond van artikel 3:33 BW. De Hoge Raad oordeelt dat de beslaglegger geen beroep toekomt op artikel 3:36 BW, omdat beslag slechts strekt tot bewaring van bestaande rechten. Beslag is weliswaar een voorwaarde om tot executoriale verkoop te kunnen overgaan, maar het is telkens de vraag of het beslag ook daadwerkelijk een vermogensbestanddeel van de schuldenaar heeft getroffen. De beslaglegger moet in het onderhavige geval derhalve dulden dat de hypotheekhouder zich als eerste verhaalt op de opbrengst van de executoriale verkoop.
Opmerkelijk is dat de rechtbank en het Hof in eerste respectievelijk tweede aanleg juist het beslaginstrument – naar mijn mening terecht – ontdaan hadden van de onzekerheid. Zij oordeelden dat de beslaglegger zich wel kan beroepen op artikel 3:36 BW ten nadele van de hypotheekhouder. Vervolgens oordeelde ook de A-G tot verwerping van het cassatieberoep ingesteld door de hypotheekhouder.
Met dit arrest biedt de Hoge Raad de beslagpraktijk zekerheid over de onzekerheid van beslag. De Hoge Raad oordeelt in cassatie door een bijzonder ruime interpretatie van de cassatiegronden, anders dan de A-G.
Leidt dit arrest ook tot een verruiming in de rechtmatigheidsopvatting over het beslag? Ter vergroting van de kans dat een vermogensbestanddeel van de schuldenaar wordt getroffen, dwingt dit arrest immers de beslagpraktijk om zoveel mogelijk beslagen te leggen. Een ruimhartige rechtmatigheidsopvatting past daarbij.
Adiba Bouichi is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied incasso.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.