Praktijkgebieden: Bouwrecht
In de bouw- en vastgoedpraktijk wordt vaak gekozen voor arbitrage als alternatief voor een procedure bij de ‘gewone' rechter. Vorig jaar schreven wij over het per 1 januari 2015 gewijzigde arbitragerecht.
Eén van de wijzigingen als gevolg van de Wet in verband met de modernisering van het Arbitragerecht was dat het arbitraal beding per 1 januari 2015 op de zwarte lijst van onredelijk bezwarende bedingen bij consumentenovereenkomsten werd geplaatst (artikel 6:236 onderdeel n BW). Op grond van artikel 191 lid 1 Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek (OBW) gold de wijziging van artikel 6:236 onderdeel n BW het eerste jaar alleen voor nieuwe algemene voorwaarden. Voor algemene voorwaarden met een arbitraal beding die op 1 januari 2015 reeds door een partij in haar overeenkomsten werden gebruikt, geldt dus dat deze per 1 januari 2016 bij consumentenovereenkomsten onredelijk bezwarend zijn.
Het arbitraal beding is door plaatsing op de zwarte lijst in beginsel vernietigbaar. De vernietiging werkt ingevolge artikel 191 lid 2 OBW terug tot één jaar na de inwerkingtreding van de wijziging van artikel 6:236 BW. Dit heeft als effect dat procedures die in 2015 werden gestart op basis van het destijds geldige beding, niet op basis van de nieuwe vernietigingsgrond vanwege het ontbreken van een geldige overeenkomst tot arbitrage kunnen worden beëindigd.
Geschilbeslechting door arbitrage is voor consumenten nog wel mogelijk. Het arbitraal beding is niet onredelijk bezwarend indien de consument minimaal een termijn van één maand wordt gegund, nadat de gebruiker van de algemene voorwaarden zich schriftelijk op het beding heeft beroepen, om alsnog te kiezen voor de volgens de wet bevoegde rechter. Ook kunnen de ondernemer en de consument bij aparte overeenkomst besluiten om hun geschil door arbitrage te beslechten. In dit geval mag er vanuit worden gegaan dat de consument welbewust voor arbitrage kiest.
Kleine ondernemers kunnen in bepaalde gevallen ook een beroep doen op de zwarte lijst (de zogenaamde reflexwerking) om een arbitraal beding in algemene voorwaarden te vernietigen. De rechter zal dan beoordelen of het arbitraal beding gezien de omstandigheden van het geval onredelijk is.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.