Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Het is vaste rechtspraak dat een bestuursorgaan handhavend dient op te treden indien het een overtreding constateert (de zogeheten beginselplicht tot handhaving). De standaardoverweging zoals deze in de rechtspraak is geformuleerd, luidt:
“Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag het bestuursorgaan weigeren dit te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet uitzicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.”
In een recente uitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat op een bestuursorgaan niet de verplichting rust om na te gaan of de overtreding gedeeltelijk kan worden gelegaliseerd en de last te beperken tot het niet-legaliseerbare deel van de overtreding.
Deze zaak draaide om een ingesprongen overdekt terras bij een recreatiewoning. Appellant heeft, zonder daartoe over een omgevingsvergunning te beschikken, in de beide open zijden van het terras glazen panelen in een aluminiumconstructie aangebracht. Het terras kan hiermee worden afgesloten en daarmee werd de in het bestemmingsplan toegestane inhoud van de recreatiewoning overschreden.
De rechtbank overwoog dat een deel van het bouwplan kan worden gelegaliseerd door de glazen panelen in slechts één van de open zijden van het terras te plaatsen. In dat geval zou de terrasruimte een buitenruimte blijven en geen sprake zijn van een ruimte bedoeld voor bewoning. Dit zou betekenen dat van vergroting van de inhoud van de woning geen sprake zou zijn, en de constructie dus niet in strijd met het bestemmingsplan. Gelet hierop kwam de rechtbank tot het oordeel dat de last onder dwangsom geen betrekking zou behoeven te hebben op de gehele aanwezige constructie, zodat het besluit wegens strijd met het evenredigheidsbeginsel niet in stand kon blijven.
De Afdeling overweegt echter:
“Er bestaat geen algemene plicht voor een college om stil te staan bij de vraag of door middel van het treffen van bepaalde maatregelen of voorzieningen de overtreding mogelijk gedeeltelijk kan worden gelegaliseerd en de last, bij een bevestigende beantwoording van die vraag te beperken tot het beëindigen van het niet-legaliseerbare deel van de overtreding.Dat zou mogelijk anders kunnen zijn wanneer ten tijde van de besluitvorming de betrokkene aan het college kenbaar zou hebben gemaakt de overtreding door middel van het treffen van bepaalde maatregelen of voorzieningen gedeeltelijk te willen legaliseren of aangeeft van mening te zijn dat daarvoor geen vergunning is vereist. Indien het college dan van oordeel is dat aldus een concreet zicht op legalisering van een deel van de overtreding bestaat, dan zou het een last kunnen opleggen die ziet op het beëindigen van het deel van de overtreding ten aanzien waarvan een dergelijk concreet zich op legalisering niet bestaat.“
Uit deze uitspraak volgt dat indien een last is opgelegd de betrokkene actief moet handelen en aan het bestuursorgaan kenbaar moet maken de overtreding gedeeltelijk te willen legaliseren. Indien betrokkene het bestuursorgaan daarvan niet op de hoogte stelt, is het bestuursorgaan niet gehouden te onderzoeken of door middel van het treffen van bepaalde maatregelen of voorzieningen de overtreding mogelijk gedeeltelijk kan worden gelegaliseerd.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.