Praktijkgebieden: Omgevingsrecht
Op 24 september jl. is in het Staatsblad het besluit tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht en enkele andere wetten gepubliceerd. Het besluit treedt in werking op het tijdstip waarop verschillende artikelen in verband met het permanent maken van de Crisis- en herstelwet en het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van het omgevingsrecht in werking treden. Naar alle waarschijnlijkheid is dit 1 november a.s.
Het besluit is gericht op het verbeteren en wegnemen van knelpunten binnen het bestaande stelsel van het omgevingsrecht, het eenvoudiger maken om tijdelijk een andere maatschappelijk gewenste functie te geven aan leegstaande kantoorgebouwen, de mogelijkheden voor de plaatsing van mantelzorgwoningen te vereenvoudigen en het vereenvoudigen van omgevingsvergunningvrij bouwen. In het navolgende zal worden ingegaan op enkele relevante wijzigingen in het kader van transformatie van kantoorruimte.
Met inwerkingtreding van het besluit wordt het mogelijk om voor planologische gebruiksactiviteiten een omgevingsvergunning te verkrijgen voor het tijdelijk afwijken van het bestemmingsplan voor de duur van maximaal 10 jaar. Voorheen was dit 5 jaar. Het bevoegd gezag beslist in een reguliere procedure binnen acht weken (eventueel verlengd met zes weken) na de datum van ontvangst van de aanvraag. Dit betekent een aanzienlijke tijdwinst ten opzichte van de nu geldende uitgebreide procedure, die in principe 6 maanden duurt (en in de praktijk meestal veel langer).
De procedure wordt niet alleen korter, ook de beperking vervalt dat slechts een tijdelijke vergunning kan worden verleend voor een activiteit die voorziet in een tijdelijke behoefte. Voor een activiteit die voorziet in een permanente behoefte wordt het dus mogelijk om een tijdelijke omgevingsvergunning te verlenen. Bij verlening van de tijdelijke vergunning hoeft het niet langer aannemelijk te zijn dat er na de gegeven termijn in het geheel geen behoefte meer bestaat aan de activiteit. Het enige vereiste is dat het feitelijk mogelijk en aannemelijk moet zijn dat de activiteit zonder onomkeerbare gevolgen kan worden beëindigd, omdat immers anders impliciet de activiteit voor onbepaalde tijd zou worden vergund. Tenslotte geldt de beperking dat bij verlening van een tijdelijke vergunning het aantal woningen niet mag worden vergroot niet.
De mogelijkheid om aan bestaande gebouwen (al dan niet tijdelijk) een andere functie te geven is verruimd, door het laten vervallen van de beperking dat de oppervlakte niet meer dan 1.500 m² mag bedragen. Daardoor kunnen meer aanvragen om een omgevingsvergunning voor gebruikswijzigingen met de reguliere procedure worden afgewikkeld. Voor gebouwen die gelegen zijn buiten de bebouwde kom zijn de mogelijkheden om een ander gebruik toe te staan overigens beperkt tot een logiesfunctie voor werknemers.
Kortom, met de inwerkingtreding van de het besluit tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht en enkele andere wetten wordt meer ruimte voor transformatie gecreëerd. Nu is het afwachten of in de praktijk ook daadwerkelijk gebruik zal worden gemaakt van deze ruimte.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.