Praktijkgebieden: Aanbestedingsrecht
De voorzieningenrechter van rechtbank Midden-Nederland heeft recent geoordeeld dat een aanbestedende dienst onder omstandigheden kan worden verplicht om een inschrijver de gelegenheid te geven een omissie in een inschrijving te herstellen.
In deze zaak werd een aanbesteding uitgeschreven voor de uitvoering van een deel van het project ter verbetering van het treinverkeer tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad (SAAL). Het gunningscriterium is de economisch meest voordelige inschrijving. Op grond van de aanbestedingsdocumenten zal de economisch meest voordelige inschrijving worden bepaald aan de hand van de inschrijfprijs en de fictieve korting. Deze fictieve korting is gerelateerd aan het CO2-bewustcertificaat van de inschrijver. Uit de aanbestedingsleidraad volgt dat de inschrijver bij de inschrijving zijn eigen CO2-bewustcertificaat en die van zijn onderopdrachtnemer dient bij te voegen en dat wanneer de inschrijver dit niet doet, geen fictieve korting wordt toegekend.
Een inschrijver heeft wel haar eigen CO2-bewustcertificaat bij de inschrijving gevoegd maar niet die van haar onderopdrachtnemer. Als gevolg daarvan past de aanbestedende dienst geen fictieve korting toe, waardoor inschrijver in de aanbesteding als tweede eindigt.
De kern van het geschil is of de aanbestedende dienst de inschrijver in de gelegenheid had moeten stellen om het certificaat van haar onderopdrachtnemer alsnog te verstrekken.
De beginselen van gelijke behandeling en transparantie verzetten zich in beginsel verzetten tegen de mogelijkheid dat een inschrijver zijn inschrijving nadien nog wijzigt of aanvult. In uitzonderlijke gevallen kan evenwel een uitzondering op dit uitgangspunt worden gemaakt en kunnen inschrijvingen worden verbeterd of aangevuld, met name omdat deze klaarblijkelijk een eenvoudige precisering behoeven of om kennelijke materiële fouten recht te zetten, mits deze wijziging er niet toe leidt dat in werkelijkheid een nieuwe inschrijving wordt voorgesteld. Het maken van een dergelijke uitzondering is uitgesloten indien een ontbrekend stuk of ontbrekende informatie op straffe van uitsluiting moet worden verstrekt.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter leidt het alsnog verstrekken van het CO2-bewustcertificaat er in dit geval niet toe dat in werkelijkheid een nieuwe inschrijving wordt voorgesteld en brengt dit ook geen inhoudelijke wijziging van de inschrijving met zich. Daartoe wordt overwogen dat de inschrijving hetzelfde blijft, alleen de uitkomst wordt anders doordat de fictieve korting alsnog wordt toegekend. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat het CO2-bewustcertificaat een objectief document is en dat het voor de inschrijfdatum door een daartoe gespecificeerd bedrijf is verleend.
De voorzieningenrechter oordeelt dus dat de aanbestedende dienst de inschrijver in de gelegenheid mag stellen om haar omissie te herstellen en daartoe in dit geval zelfs kan worden verplicht. Dit omdat de aanbestedende dienst niet heeft toegelicht waarom zij de inschrijver de mogelijkheid om de omissie te herstellen niet wil bieden, terwijl dit wel mag op grond van de aanbestedingsbeginselen. Als de mogelijkheid tot herstel niet wordt geboden, zou de opdracht worden gegund aan een opdrachtnemer die ongeveer € 3.000.000,- duurder is. De voorzieningenrechter overweegt: “Dit is niet in overeenstemming met de doelstelling van een aanbestedingsprocedure, namelijk het bevorderen van de concurrentie opdat de aanbestedende dienst daardoor de opdracht kan gunnen aan de voordeligste en kwalitatief beste opdrachtgever.”
De voorzieningenrechter concludeert dat indien de aanbestedende dienst deze opdracht in de markt wil blijven plaatsen, de aanbestedende dienst gehouden is de opdracht te gunnen aan de inschrijver die na herstel van de omissie als eerste zou eindigen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.