Praktijkgebieden: Huurrecht
Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft recent geoordeeld dat het beroep van een verhuurder op een artikel in de algemene voorwaarden van de ROZ, waarin staat dat veranderingen voor het einde van de huur door de huurder ongedaan moeten zijn gemaakt, in dat geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Dit wijkt af van het arrest van de Hoge Raad van 27 november 1998 (NJ 1999, 380). Volgens dat arrest is het uitgangspunt dat de verplichting tot oplevering niet kan worden gesplitst in een verplichting tot teruggave van het gehuurde en de verplichting om het gehuurde terug te brengen in de staat waarin het is gehuurd. Die laatstgenoemde verplichting kan volgens dit arrest naar haar aard slechts worden nagekomen op het tijdstip waarop de huurovereenkomst eindigt.
In de zaak bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch was sprake van een huurovereenkomst voor kantoorruimte voor de duur van vijf jaar. Tijdens de bouw van het kantoor, voor aanvang van de huurovereenkomst, zijn voor rekening van huurder voor bijna € 240.000,- aan huurdersvoorzieningen gerealiseerd. Na vijf jaar is de overeenkomst door de huurder rechtsgeldig opgezegd en vervolgens is het gehuurde ontruimd. De kern van het geschil is of het gehuurde tijdig en correct is opgeleverd. De verhuurder stelt zich op het standpunt dat dit niet het geval is, omdat de huurdersvoorzieningen bij oplevering niet waren verwijderd.
Het hof stelt vast dat de huurdersvoorzieningen geen onderdeel uitmaakten van het gehuurde en dat dit meebrengt dat huurder in beginsel verplicht is om de huurdersvoorzieningen bij het einde van de huur uit het gehuurde te verwijderen.
Het hof oordeelt echter dat dit in dit geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Het hof komt tot dit oordeel gelet op de verwevenheid van de huurdersvoorzieningen met het gebouw (onder andere een luchtregulatiesysteem maakt daarvan deel uit). De huurdersvoorzieningen zijn bovendien tijdens de bouw van het pand aangebracht, waardoor huurder het pand moest brengen in een niet eerder feitelijke bestaande toestand. Het hof overweegt dat het noodzakelijk was dat huurder voor oplevering overleg kon voeren met verhuurder over wat verwijderd en aangepast moest worden. Zonder overleg zou zij immers het risico lopen dat verhuurder zich later mogelijk op het standpunt zou stellen dat de huurder ook essentiële wél tot het gehuurde behorende elementen zou hebben weggenomen, of dat onderdelen zouden zijn vergeten die zij vervolgens daarna alsnog zou moeten wegnemen met hogere kosten tot gevolg. Verhuurder heeft echter pas kort voorafgaand aan het einde van de huurovereenkomst ingestemd met een voorinspectie. Naar het oordeel van het hof kon de huurder, gelet op de omvang van de werkzaamheden ter verwijdering van de huurdersvoorzieningen en het handelen c.q. nalaten van verhuurder niet meer tijdig opleveren zonder huurdersvoorzieningen.
Van huurder kon dan ook niet worden verlangd dat het pand op de datum waarop de huurovereenkomst eindigde conform de algemene voorwaarden werd opgeleverd zonder de huurdersvoorzieningen. Het hof oordeelt dat verhuurder daarom ook geen aanspraak heeft op vergoeding van de huurprijs en bijkomende leveringen en diensten over de tijd die met het verwijderen van de huurdersvoorzieningen door huurder is gemoeid na het einde van de huurovereenkomst. De huurder komt er in dit geval, gezien de omstandigheden naar mijn mening terecht, goed vanaf.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.