Praktijkgebieden: Bouwrecht
Bouwcontracten waarop de Uniforme Administratieve Voorwaarden Geïntegreerde Contracten 2005 (UAV-GC) van toepassing zijn, leggen in beginsel de ontwerpverantwoordelijkheid bij opdrachtneemster. Het is echter niet zo dat een aannemer van UAV-GC werken de verantwoordelijkheid voor fouten in gegevens die bij de aanbesteding door de opdrachtgever worden verstrekt zonder meer overneemt. Dit kan wel anders liggen bij eventuele schending van de precontractuele waarschuwingsplicht. De keuze voor een Design&Construct overeenkomst ontslaat de opdrachtgever niet van zijn verantwoordelijkheid voor de juistheid van verstrekte gegevens. Dit is door gerechtshof Amsterdam bevestigd in een recent arrest.
In deze zaak werd ontwerp, uitvoering en onderhoud van een ondergrondse parkeergarage door een gemeente openbaar aanbesteed. Nadat de opdracht aan opdrachtneemster is gegund, blijkt uit door haar uitgevoerd onderzoek dat het door de gemeente verstrekte bemalingsadvies onjuist is. Een aanname in de daaraan ten grondslag liggende berekening klopt niet.
De gemeente stelt dat opdrachtneemster haar precontractuele waarschuwingsplicht heeft geschonden omdat op opdrachtneemster, als gevolg van haar ontwerpverantwoordelijkheid, een onderzoeksplicht rustte. Op grond van de ontwerpverplichting moest opdrachtneemster de gemeente voor redelijkerwijs te voorziene gevolgen van mogelijke onjuistheden informeren. Opdrachtneemster had alvorens in te schrijven zelf de betreffende berekening moeten maken of de berekening van de gemeente moeten controleren.
Bij de beantwoording van de vraag of opdrachtneemster in het kader van de openbare aanbestedingsprocedure haar precontractuele waarschuwingsplicht heeft geschonden, gaat het erom of de onjuiste berekening onder de gegeven omstandigheden voor opdrachtneemster redelijkerwijs kenbaar was. Het hof neemt enerzijds in aanmerking dat opdrachtneemster een professionele en ervaren inschrijver is. Anderzijds heeft de gemeente zich voor de opstelling van de aanbestedingsdocumenten door professionele adviseurs laten bijstaan, en daarvan in de documentatie ook blijk gegeven. Van opdrachtneemster mocht volgens het hof gevergd worden dat zij de in het kader van de aanbesteding verstrekte informatie tot op zekere hoogte controleerde, maar niet dat zij ter controle daadwerkelijk ter plaatse onderzoek zou uitvoeren. Ook uit het antwoord van de gemeente op vragen gesteld door een andere inschrijver, mocht opdrachtneemster concluderen dat de berekening niet ongefundeerd was.
Het hof overweegt: “Aan het feit dat er sprake is van een Design & Construct overeenkomst, een contractsvorm die de inschrijvers de nodige vrijheid geeft bij, maar ook verantwoordelijk maakt voor, het ontwerp van het te verrichten werk, hecht het hof in dit verband (anders dan de Gemeente bepleit) geen bijzondere betekenis. De keuze voor een dergelijk type overeenkomst ontslaat de Gemeente immers niet van haar verantwoordelijkheid voor de juistheid van de gegevens die zij heeft verstrekt, zoals ook volgt uit de bepalingen van §3 leden 2 en 3 van de UAV-GC 2005, die de Gemeente zelf op de overeenkomst van toepassing heeft verklaard.“
Het hof concludeert dat opdrachtneemster haar precontractuele waarschuwingsplicht niet heeft geschonden.
Kortom, een overeenkomst waarop de UAV-GC van toepassing is, heeft niet tot gevolg dat opdrachtneemster de verantwoordelijkheid voor de juistheid van door opdrachtgever verstrekte gegevens overneemt. Logischerwijs mag zij in beginsel vertrouwen op door opdrachtgever aangeleverde gegevens. De scheidslijn is echter dun. Het is zeker de moeite waard aangeleverde gegevens zo goed mogelijk te controleren en bij onduidelijkheid daarover vragen aan opdrachtgever te stellen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.