Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Op 29 januari 2013 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten aangenomen. Deze wet introduceert een nieuwe wettelijke basis voor vergoedingen aan burgers en bedrijven die schade lijden door rechtmatig of onrechtmatig overheidshandelen.
Met de komst van deze wet, die onderdeel zal gaan uitmaken van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), is niet langer de appellabiliteit van het schadeveroorzakende besluit bepalend voor de bevoegdheid van de bestuursrechter. Eenvoudig gezegd komt het er op neer dat de bestuursrechter een zelfstandige bevoegdheid heeft op het vlak van nadeelcompensatie en schadevergoeding als de Awb hem die bevoegdheid toekent. Het is niet langer een afgeleide bevoegdheid, waardoor ook zonder regelingen als een gemeentelijke nadeelcompensatieverordening rechtsbescherming ingeroepen kan worden.
Maakt de nieuwe wet de nadeelcompensatieverordening overbodig? Dit is niet het geval. Het karakter van bestaande nadeelcompensatieregelingen zal veranderen in aanvullende beleidsregels waarin de (beleidsmatige) invulling van het normaal maatschappelijk risico wordt uitgewerkt. In het bijzonder de beantwoording van de vraag wanneer een toerekenbaar nadeel als een abnormale last kan worden aangemerkt. Zo kan worden voorkomen dat ieder afzonderlijk besluit een uitgebreide motivering over beleidsmatige keuzes dient te bevatten en daarnaast zorgt een (vooraf vastgestelde) verordening voor duidelijkheid en transparantie, waardoor een eventuele benadeelde vooraf weet waar hij aan toe is.
De wet is inmiddels in het Staatsblad gepubliceerd maar het tijdstip van inwerkingtreden moet nog bij Koninklijk Besluit worden bepaald. In beginsel treden wetten per 1 januari of 1 juli in werking. Titel 8.4 Awb ‘Schadevergoeding' zal hoogstwaarschijnlijk op 1 juli a.s. in werking treden. Het onderdeel nadeelcompensatie in titel 4.5 Awb zal waarschijnlijk later ingevoerd worden. Daarvoor is nog aanpassingswetgeving in voorbereiding.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.