Praktijkgebieden: Bouwrecht
Indien een onderaannemer tekortschiet in de nakoming van een overeenkomst met de hoofdaannemer is dit wanprestatie en kan de hoofdaannemer hem op grond van hun overeenkomst aanspreken. Kan de opdrachtgever, die enkel een overeenkomst heeft met de hoofdaannemer, de onderaannemer eveneens rechtstreeks aanspreken?
De Hoge Raad heeft in een arrest van 20 januari jl. geoordeeld dat dit onder omstandigheden kan op grond van onrechtmatige daad.
In deze zaak had de opdrachtgever de hoofdaannemer de opdracht gegeven voor het realiseren van een kapverdieping, inclusief dak. De hoofdaannemer had het plaatsen van het dak uitbesteed aan de onderaannemer, een dakdekkersbedrijf.Het dak vertoonde diverse gebreken.
De opdrachtgever vorderde rechtstreeks van het dakdekkerbedrijf schadevergoeding op grond van wanprestatie en subsidiair, op grond van onrechtmatige daad.
Tussen opdrachtgever en onderaannemer was geen overeenkomst tot stand is gekomen. De vordering op grond van wanprestatie strandde bij het Hof om deze reden.Het Hof wees daarnaast de vordering op grond van onrechtmatige daad af, omdat geen omstandigheden zouden zijn aangevoerd, die volgens het Hof tot het oordeel konden leiden dat van onrechtmatige daad sprake was. De Hoge Raad achtte dit onvoldoende gemotiveerd.
In lijn met een eerder arrest (HR 24 september 2004, LJN AO9069, NJ 2008/587), is het criterium dat, indien de belangen van een derde zo nauw zijn betrokken bij de behoorlijke uitvoering van de overeenkomst dat hij schade of ander nadeel kan lijden als een contrac-tant in die uitvoering tekortschiet, normen van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, kunnen meebrengen dat die contractant deze belangen dient te ontzien door zijn gedrag mede door die belangen te laten bepalen.
De onderaannemer zal in het algemeen binnen bepaalde grenzen rekening hebben te houden met de belangen van de opdrachtgever en de opdrachtgever zal in het algemeen erop mogen vertrouwen dat de onderaannemer dat doet. Wanprestatie van de onderaan-nemer op de hoofdaannemer op zichzelf levert nog geen onrechtmatige daad jegens de opdrachtgever op.
Beoordeeld dient te worden of de onderaannemer bij de uitvoering van het werk mede jegens de opdrachtgever onzorgvuldig te werk is gegaan en aldus heeft gehandeld in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
Hiermee is abstract gebleven wanneer er sprake is van een onrechtmatige daad door de onderaannemer. Het niet nakomen van de overeenkomst op zichzelf is immers onvol-doende. De bijkomende omstandigheden van het geval zijn doorslaggevend. Voor de opdrachtgever is een bijkomend probleem dat op hem de bewijslast van het onzorgvuldig handelen door de onderaannemer ligt. In veel gevallen zal het voor de opdrachtgever dan ook eenvoudiger zijn de hoofdaannemer aansprakelijk te stellen, die op zijn beurt de onderaannemer kan aanspreken.
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.