Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Overgang van de onderneming blijft bij tijden een gecompliceerd leerstuk, zeker in combinatie met (verschillende) CAO's. Ter herinnering: als een werkgever (een deel van) zijn bedrijf overdraagt, volgen de werknemers van dat (deel van het) bedrijf. De partij die het bedrijf overneemt wordt de nieuwe werkgever; de arbeidsovereenkomsten gaan mee over. De oude werkgever blijft tot een jaar na overdracht mede aansprakelijk voor vorderingen van de werknemer die vóór de overdracht zijn ontstaan.
Lastiger wordt het wanneer bij de oude werkgever een CAO geldt en bij de nieuwe niet, of wanneer bij beide bedrijven verschillende CAO's van kracht zijn. Ook daarover is inmiddels redelijk veel rechtspraak, die (kort gezegd) hierop neerkomt dat de CAO van de oude werkgever voor de betreffende werknemers ook bij de nieuwe werkgever blijft gelden, totdat de CAO (of de algemeen verbindend verklaring ervan) afloopt.
Hoewel de wet (en de Europese richtlijn waarvan onze wet is afgeleid) tot doel heeft de rechten van de werknemers veilig te stellen is al langer bekend dat dat niet betekent dat een nieuwe werkgever één op één alle oude arbeidsvoorwaarden moet garanderen. Dat kan vaak ook niet, zoals in de zaak waarbij werknemers die van een bank naar een verzekeringsbedrijf overgingen hun personeelskorting op leningen verloren.
Recent heeft het Europese Hof van Justitie van de EG een uitspraak gedaan in een zaak waarbij een werknemer ook nadeel dreigde te ondervinden van een overgang. Zij sprak echter niet de nieuwe werkgever aan maar de oude. De werkneemster werkte in de kantine van een metaalbewerkingsbedrijf dat zijn catering uitbesteedde. Bij de oude werkgever viel ze onder een (Finse) Metaal CAO, die echter afliep per de datum van de overgang. Daarna zou ze onder een Horeca CAO gaan vallen die een lager salaris kende. De werkneemster zegde de arbeidovereenkomst op en claimde vervolgens een schadevergoeding van haar oude werkgever, omdat deze bij de overgang haar salaris niet had gegarandeerd. Dit bracht de Finse rechter ertoe aan het Europese Hof te vragen of de bescherming van de Richtlijn nu zo ver ging, dat de oude werknemer aansprakelijk is voor de gevolgen van een wijziging in arbeidsvoorwaarden. Het Hof overwoog (heel kort gezegd) dat dit niet het geval is.
CAO-recht brengt met zich dat arbeidsvoorwaarden kunnen veranderen na overgang van de onderneming. Dat was dus al eerder duidelijk; duidelijk is nu ook dat áls dat gebeurt, de oude werkgever daarvoor niet aansprakelijk is.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.