Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Onlangs mocht de rechtbank Leeuwarden zich buigen over de persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder van een failliete vennootschap voor schade die deze had berokkend aan zijn ex-werknemers.
Vanaf 1 juli 2000 tot en met februari 2005 hield de werkgever op het salaris van zijn werknemers pensioenpremies in. Die pensioenpremies droeg de werkgever echter niet af aan de pensioenverzekeraar, maar die werden gebruikt voor de bedrijfsvoering aangezien men schijnbaar krap bij kas zat. In een bedrijfsvergadering deelde de werkgever de werknemers mee dat het financieel niet goed ging met het bedrijf en dat er bij de pensioenverzekeraar een administratieve achterstand was ontstaan. Het ergste was thans voorbij, aldus de werkgever. In een e-mailbericht aan de vakbond deelde de werkgever mee dat de zij op zoek was naar de beste pensioenpartner en dat de af te dragen pensioenpremies waren gereserveerd totdat die partner werd gevonden. Ook werd nogmaals gerefereerd aan de financiële problemen van de werkgever. Achteraf blijkt deze speech van de werkgever niet geheel op de waarheid gebaseerd te zijn: het pensioengeld was wel gereserveerd maar niet fysiek aanwezig.
De rechtbank oordeelde hierover dat het niet afdragen van de pensioenpremies een tekortkoming van de werkgever oplevert in de nakoming van haar verplichtingen uit de arbeidsovereenkomsten met haar ex-werknemers. In dit soort situaties kan de bestuurder van de vennootschap onder omstandigheden persoonlijk aansprakelijk zijn indien de bestuurder een voldoende ernstig (persoonlijk) verwijt gemaakt kan worden, aldus de rechtbank. En in dit geval oordeelde de rechtbank – terecht – dat in de bestuurder een verwijt kan worden gemaakt. Allereerst heeft de bestuurder niet ingegrepen terwijl hij op de hoogte was dat de ingehouden pensioenpremies niet werden afgedragen aan een pensioenverzekeraar. Voorts heeft hij zijn werknemers willens en wetens aan het lijntje gehouden en tot slot heeft hij ook nog eens de ingehouden pensioenpremie jarenlang gebruikt voor de gewone bedrijfsvoering, terwijl die premies uitsluitend waren bestemd om de pensioenrechten van de werknemers veilig te stellen.
Kortom: de werkgever had het hier wel erg bont gemaakt. Een persoonlijke aansprakelijkheid is mijns inziens dan ook niet meer dan terecht.
Kissiwah Mireku is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.