Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Het koppelen van een domeinnaam aan je onderneming is tegenwoordig een niet meer weg te denken onderdeel van de marketingstrategie van bedrijven. Een domeinnaam is het middel waarmee een onderneming zichzelf en haar producten en diensten kan onderscheiden van anderen. Een goed gekozen naam kan zo van groot belang zijn voor het succes van je onderneming. Daarom wordt een domeinnaam vaak gekoppeld aan de handelsnaam van de onderneming. De handelsnaam is, zoals het woord al zegt, de naam waaronder de onderneming naar buiten toe optreedt.
Veel ondernemers hebben de indruk dat door een domeinnaam te registreren die overeenkomt met de eigen handelsnaam, zij de exclusieve eigenaar van de domeinnaam worden. Niets is minder waar. Iemand anders kan een bijna identieke domeinnaam registreren en vervolgens ook gebruiken als handelsnaam. Dit gebruik kan door de onderneming die als eerste de domeinnaam heeft geregistreerd ervaren worden als inbreuk op haar handelsnaam. Maar onder bepaalde voorwaarden kan de “inbreukmakende” onderneming daarmee wegkomen. Twee ondernemingen hebben dit onlangs zelf moeten ervaren. Het Hof in Amsterdam en de Rechtbank in Rotterdam hebben in twee zaken richtlijnen gegeven voor de vraag wanneer het gebruik van een domeinnaam als inbreuk op een handelsnaam moet worden gekwalificeerd.
In de eerste zaak, die voor het Hof Amsterdam diende, ging het om twee ondernemingen die een bijna identieke handelsnaam gebruikten en die ongeveer dezelfde bedrijfsactiviteiten uitvoerden, namelijk bezorgdiensten. Bovendien hadden beide ondernemingen domeinnamen geregistreerd die veel overeen kwamen. Het bedrijf Jolidé had de domeinnaam thuisbezorgen.nl als eerste geregistreerd, maar er verder niets mee gedaan. Het bedrijf Thuisbezorgd.NL had 6 dagen later de domeinnaam thuisbezorgd.nl geregistreerd en heeft daar in korte tijd een succes van gemaakt. Daarnaast gebruikte zij die naam op haar briefpapier, in reclame-uitingen en op haar website als aanduiding voor de onderneming. Al snel realiseerde Jolidé zich dat dat nadelige effecten kon hebben voor haar activiteiten en besloot om onder haar domeinnaam ook een mooie website en webbedrijf te ontwikkelen – en de domeinnaam aldus als handelsnaam te gebruiken. Thuisbezorgd.NL liet het er niet bij zitten en verzocht Jolidé om het gebruik van de domeinnaam als handelsnaam te staken met als argument dat de domeinnamen teveel op elkaar lijken en dat er daardoor verwarring bij het publiek ontstaat. Jolidé verweerde zich door te stellen dat haar domeinnaam als eerste geregistreerd was.
In de tweede zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam diende, ging het om de onderneming Zegers Beveiligingssystemen die een andere onderneming, Zegers B.V., van inbreuk op haar handelsnaam betichtte omdat deze de domeinnaam zegersbeveiliging.nl gebruikte. In feite werd de domeinnaam zegersbeveiliging.nl gebruikt om de bezoekers van de website door te linken naar de website van Zegers B.V., zegers-iss.nl. De handelsnaam van Zegers B.V. werd op zowel de site als op haar briefpapier en visitekaartjes gebruikt in combinatie met de woorden “Integrated Security Systems” of de afkorting daarvan “iss”.
U vraagt zich nu natuurlijk af welke partijen in deze zaken gelijk hebben gekregen. Was er sprake van inbreuk op de handelsnamen van Jolidé en Zegers Beveiligingssystemen? Alvorens deze vraag te beantwoorden, moet eerst gekeken worden of een domeinnaam werkelijk als handelsnaam wordt gebruikt. Zowel het Hof Amsterdam als de Rechtbank Rotterdam hebben daarvoor de volgende criteria aangegeven:– het registratiesysteem van domeinnamen werkt in beginsel volgens het principe “wie het eerst komt, het eerst maalt”;– het registreren van een domeinnaam op zichzelf is in beginsel niet aan te merken als het voeren van een handelsnaam, tenzij uit de inhoud van de website blijkt, dat het om de naam van een onderneming gaat en de aangeboden informatie een duidelijke band met de onderneming heeft;– het gebruiken van een naam als handelsnaam ontstaat door het werkelijk gebruiken van die naam naar buiten toe: op briefpapier, in advertenties, het telefoonboek etc.
Op basis van deze criteria en aan de hand van de feitelijke omstandigheden van de zaken zijn Hof en Rechtbank tot de conclusie gekomen dat er in beide gevallen geen sprake was van inbreuk op de betreffende handelsnamen. In het geval van Jolidé was het niet gebruiken van de domeinnaam als handelsnaam een reden om aan te nemen dat niet de domeinnaam van Jolidé, maar de domeinnaam van Thuisbezorgd.NL als oudere handelsnaam moest worden beschouwd. De omstandigheden van dit geval hebben er toe geleid dat de later ingeschreven domeinnaam de eerdere buiten werking heeft gesteld.
In het geval van Zegers Beveiligingssystemen was het gebruik van de domeinnaam zegersbeveiliging.nl door Zegers B.V. niet aan te merken als handelsnaamgebruik en daarom was geen sprake van inbreuk op de handelsnaam. Uit de inhoud van de website bleek dat de bezoekers automatisch doorgeleid werden naar de website van Zegers B.V. waarop informatie te vinden was die geen verwarring kon veroorzaken.
Uit deze twee uitspraken wordt duidelijk dat ondernemers er goed aan doen om de geregistreerde domeinnaam daadwerkelijk als handelsnaam te gebruiken, willen zij het “alleenrecht” op de domeinnaam hebben. Het registreren van een domeinnaam op zich biedt geen bescherming tegen inbreuken op die naam. Bovendien moet men zich er rekenschap van geven dat het registreren van een domeinnaam die bijna identiek is aan andermans handelsnaam niet altijd als een inbreuk op die handelsnaam wordt beschouwd.
Maria van Bladel is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.