Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Omdat de gemeente Amsterdam onvoldoende rekening heeft gehouden met de aanwezigheid van beschermde diersoorten in de omgeving van de nieuw te ontwikkelen stadswijk IJburg in Amsterdam, heeft de Raad van State gisteren (24 november 2004) de gemeente en de provincie Noord-Holland teruggefloten. De gemeente had een bestemmingsplan vastgesteld dat zag op de aanleg van de tweede fase van IJburg. Onderdeel van die tweede fase is ondermeer het opspuiten van de geplande eilanden. Bij het opstellen van het bestemmingsplan zijn evenwel de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn niet op een juiste wijze toegepast. Deze richtlijnen zijn van belang omdat de bouwlocatie grotendeels wordt omsloten door een gebied dat op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn is aangewezen als speciale beschermingszone (SBZ).
De Raad van State heeft geoordeeld dat uit de kaart van het bestemmingsplan ten onrechte niet kan worden afgeleid of de gehele bouwlocatie buiten de SBZ komt te liggen. Verder wijst de Raad van State erop dat het onderzoek naar de mogelijke gevolgen van de bouw van de stadswijk voor de vogelsoorten in de SBZ niet volledig is. Zo gaat het onderzoeksrapport uit van één bepaalde manier waarop het gebied kan worden ingericht, terwijl het bestemmingsplan de manier van inrichting van het gebied juist open laat. Ook wijst de Raad erop dat uit het onderzoeksrapport en uit een advies van de commissie voor de milieueffectrapportage blijkt dat er nog nader onderzoek moet worden verricht naar de milieugevolgen. De Raad van State trekt dan ook de conclusie dat bij het vaststellen van het bestemmingsplan ten onrechte niet alle milieugevolgen in kaart zijn gebracht.
Gevolg van de uitspraak is dat de gemeente Amsterdam een volledig nieuw plan moet opstellen. Onbekend is op welke termijn een nieuw plan zal worden vastgesteld.
Marjolein Dieperink is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.