Praktijkgebieden: Bouwrecht
In de bouwsector komt het vaak voor dat projecten niet pas fout gaan tijdens de uitvoering, maar dat ze al bij de start verkeerd zijn ingestoken. De recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2025:5463) over de bouw van de A-pier op Schiphol bevestigt dat opnieuw.
In 2018 sloten Schiphol en aannemer BN-TAV een overeenkomst van aanneming van werk voor de bouw van de nieuwe A-pier op de luchthaven Schiphol. Het betreft een omvangrijk bouwproject. Zowel in de weken voor als in de weken na het sluiten van de overeenkomst heeft Schiphol wijzigingen aangebracht in het ontwerp. Tegelijkertijd heeft de aannemer in de maanden die volgden op het sluiten van de overeenkomst haar zorgen geuit over de kwaliteit van het ontwerp. De aannemer heeft gewezen op onder meer technische uitwerkingen die niet klopten en onderdelen die onvoldoende waren doorgerekend.
De aannemer verzocht vervolgens meerdere keren om het werk stil te leggen, zodat deze ontwerptekortkomingen eerst konden worden opgelost voordat met de uitvoering werd doorgegaan. Schiphol wees die verzoeken telkens af. Vanuit de wens om de planning te halen, gaf Schiphol opdracht om door te bouwen.
De problemen liepen tijdens de uitvoering echter steeds verder op. Onderdelen sloten niet goed op elkaar aan en werkzaamheden moesten worden herzien en herhaald, waardoor sprake was van vertragingen. Uiteindelijk heeft Schiphol de stekker uit het project getrokken: Schiphol beëindigde het contract in november 2021 voordat het werk af was. Schiphol heeft nadien een andere aannemer (BAM) opdracht verleend om het project af te bouwen.
De rechtbank stelde in dit tussenvonnis vast dat de problemen op de A-pier in belangrijke mate terug te voeren zijn op de keuze van Schiphol om door te werken met een onvolmaakt ontwerp. Daarmee nam Schiphol bewust het risico dat tijdens de uitvoering fundamentele problemen zouden ontstaan, aldus de rechtbank. In rov. 5.32 overweegt de rechtbank dan ook:
“Het risico dat partijen hebben genomen door aan de slag te gaan met een onvolmaakt ontwerp en vervolgens door te gaan met het werk zonder bepaalde essentiële problemen deugdelijk te adresseren, komt daarom grotendeels voor Schiphol.”
De rechtbank beslist in het tussenvonnis dat Schiphol de overeenkomst niet tussentijds mocht beëindigen om de door Schiphol genoemde redenen. De tekortkomingen van de aannemer zijn daarvoor niet ernstig genoeg. Het vervolg van de procedure gaat over de financiële afwikkeling van de beëindiging van de overeenkomst.
Met dit oordeel maakt de rechtbank duidelijk dat het negeren van wezenlijke ontwerpproblemen niet zonder gevolgen blijft. Wanneer een opdrachtgever er desondanks voor kiest het bouwproject door te laten lopen, kan hij zich later niet met succes beroepen op tekortschieten van de aannemer. De verdeling van risico’s wordt in zo’n situatie dus in belangrijke mate bepaald door beslissingen die in de ontwerpfase worden genomen.
Ook voor aannemers bevat het oordeel van de rechtbank een duidelijke boodschap. Wie doorwerkt ondanks signalen van ontwerpgebreken, loopt het risico dat hem later wordt verweten dat hij die risico’s heeft aanvaard. Daarom is het essentieel om protesten en voorbehouden zorgvuldig vast te leggen, schriftelijk en met concrete aanwijzingen waar het ontwerp tekortschiet.
Deze uitspraak benadrukt het belang om bij de voorbereiding van een (groot) bouwproject voldoende tijd te nemen. Een zorgvuldige voorbereiding kan misstanden en vertragingen tijdens de uitvoering van het werk voorkomen.
Heeft u een vraag over deze blog, of heeft u een andere bouwrechtelijke vraag, neem dan contact op ons op.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.