icon

Beperking nachthoreca en de Dienstenrichtlijn: marginale toetsing door de Afdeling

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de ‘Afdeling’) oordeelt in een uitspraak van 21 mei 2025 (ECLI:NL:RVS:2025:2292) dat de planologische uitsluiting van een nachtclub in het nieuwe bestemmingsplan gerechtvaardigd is binnen de grenzen van de Dienstenrichtlijn.

Grote herontwikkeling

Bij besluit heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam het bestemmingsplan “Schiekadeblok” opgesteld. Het plan maakt onder andere de herontwikkeling van het gebied tussen de Schiekade, de Delftsestraat, het Delftseplein in Rotterdam mogelijk. Het plan gaat uit van een totale nieuwbouwontwikkeling tussen de 110.000 en 140.000 m² met twee nieuwe woontorens. Ten behoeve van het plan heeft het college ook hogere waarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld. Deze grootschalige nieuwbouwontwikkeling staat op gespannen voet met het huidige gebruik van het gebied, waaronder de exploitatie van meerdere nachtclubs.

Verschillende partijen kunnen zich niet verenigen met het bestemmingsplan. Een van deze partijen is de exploitant van een van de nachtclubs. Het huidige gebruik als nachthoreca is namelijk op hun adres planologisch wegbestemd en onder het overgangsrecht gebracht.

Dienstenrichtlijn

De exploitant van de nachtclub betoogt dat het bestemmingsplan in strijd met artikel 15, derde lid, van de Dienstenrichtlijn is vastgesteld, omdat het overgangsrecht leidt tot een beperking van de vrijheid van vestiging voor dienstverrichters.

Het uitgangspunt binnen de Europese Unie is het vrij verkeer van diensten. De toegang tot of de uitoefening van een dienst mag niet afhankelijk worden gesteld van eisen die niet voldoen aan de principes van non-discriminatie, noodzakelijkheid en evenredigheid.

Volgens de Rotterdamse nachtclubexploitant zijn de beperkingen niet noodzakelijk en/of evenredig, zoals vereist is in artikel 15, derde lid, van de Dienstenrichtlijn. Tussen partijen is niet in geschil dat de maatregel te beschouwen is als een territoriale of kwantitatieve beperking in de zin van artikel 15, tweede lid, onder a, van de Dienstenrichtlijn.

Noodzakelijkheid

Wat de noodzakelijkheidseis betreft overweegt de Afdeling als volgt. In artikel 4, onder 8, van de Dienstenrichtlijn wordt “bescherming van het milieu en het stedelijk milieu” als dwingende reden van algemeen belang genoemd. Hier valt de bescherming van een goed woon- en leefklimaat ook onder (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 2 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2834). De raad heeft door middel van akoestisch onderzoek aangetoond dat de maatregel noodzakelijk is voor de bescherming van een goed woon- en leefklimaat voor de toekomstige bewoners. Ook heeft de raad doelstellingen van (het sociaal beleid en) het cultuurbeleid aangevoerd als dwingende reden van algemeen belang, welke ook in artikel 4, onder 8, van de Dienstenrichtlijn als dwingende redenen van algemeen belang worden genoemd.

Evenredigheid

Wat de evenredigheid betreft overweegt de Afdeling als volgt. De raad heeft toegelicht dat er een afweging is gemaakt in de balans tussen levendigheid en een aantrekkelijk woon- en leefklimaat. De raad erkent het belang van horeca, maar heeft als uitgangspunt genomen dat een andere exploitant, die van poppodium Annabel, gunstiger gevestigd is. Dit, vanwege de bezoekersstromen en het grotere belang voor de stad. Het planologisch behouden van beide nachthoreca-gelegenheden zou vanwege de geluidsproductie niet in overeenstemming zijn met een goed woon- en leefklimaat. Dat het gebruik onder het overgangsrecht valt, betekent naar het oordeel van de Afdeling niet dat de maatregel niet geschikt is om het doel te bereiken. Het gebruik kan nou eenmaal niet planologisch in één keer beëindigd worden (zonder het “eerst” onder het overgangsrecht te brengen).

Ook is een minder beperkende maatregel, bijvoorbeeld het aanpassen van het pand door middel van extra isolatie, volgens de raad niet mogelijk vanwege de locatie van nachtclub. De raad wil dat het Delftsehof een groene ontmoetingsplek wordt, en wil hier geen nachtpubliek. De in- en uitstroom van bezoekers deze betreffende nachtclub zal in de nacht overlast van bezoekersstromen geven bij de voorziene woningen. Geluidsreductie door middel van extra isolatie in het pand zal deze hinder volgens de gemeente niet verminderen.

Marginale toetsing

De Afdeling toetst het bestemmingsplan “Schiekadeblok” aan artikel 15, derde lid, van de Dienstenrichtlijn, waarbij opvalt op dat zij deze toets behoorlijk marginaal uitvoert. Anders gezegd, de Afdeling toetst, gezien de beleidsruimte die decentrale overheden toekomt bij de ruimtelijke ordening, terughoudend of de raad in redelijkheid tot het genomen besluit heeft kunnen komen. De motivering dat meerdere nachtclubs te veel overlast zou veroorzaken die niet op een andere manier kan worden opgelost, en de overweging dat poppodium Annabel de voorkeur geniet wegens gunstigere bezoekersstromen en het “grotere belang” voor de stad, volstaan. De Afdeling beoordeelt deze keuzes niet zelf inhoudelijk.

Een toets aan de Dienstenrichtlijn kan een behoorlijk indringende beoordeling van een maatregel met zich brengen. Deze uitspraak leert dat het raadzaam is om de Afdeling daar expliciet om te verzoeken. Anders is er een risico dat de Afdeling in een marginale toets vervalt.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Beperking nachthoreca en de Dienstenrichtlijn: marginale toetsing door de Afdeling

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief