Praktijkgebieden: Bestuursrecht
In een van onze eerdere blogs informeerde wij u al over het vereiste van procesbelang binnen het bestuursrecht. Met procesbelang wordt gedoeld op het belang dat een belanghebbende heeft bij de uitkomst van een procedure. Daarbij gaat het erom of het doel dat de belanghebbende heeft, met het rechtsmiddel kan worden bereikt en voor de belanghebbende van feitelijke betekenis is. Voor zover wordt vastgesteld dat een procesbelang ontbreekt, wordt het bezwaar of het beroep niet-ontvankelijk verklaard en wordt niet toegekomen aan de inhoudelijke toetsing van de zaak. In een uitspraak 6 november 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:4479) heeft de Afdeling van de Raad van State zich uitgelaten over procesbelang binnen het demonstratierecht.
In de onderliggende zaak stond een besluit van de voorzitter van de van de Veiligheidsregio Groningen van 6 juli 2020 (“het besluit”) ter discussie, waarmee uit oogpunt van veiligheid was bepaald dat demonstraties waarbij landbouwvoertuigen werden ingezet op wegen, daaraan liggende parkeerterreinen en andere openbare plaatsen verboden waren voor de duur van een week.
Appellanten – een tweetal belangenorganisaties voor agrariërs – stelde tegen het besluit bezwaar, beroep en vervolgens hoger beroep in. De appellanten waren van mening dat het besluit het recht om te demonstreren vergaand had beperkt door het inzetten van landbouwvoertuigen bij demonstraties te verbieden.
Een van de vragen die in onderhavige procedure aan de orde kwam, was de vraag of de appellanten wel beschikten over procesbelang. Immers, de termijn waarbinnen niet met landbouwvoertuigen mocht worden gedemonstreerd was al geruime tijd verlopen.
Hoewel de in het besluit genoemde termijn reeds geruime tijd was verlopen, was de Afdeling in onderhavige zaak van oordeel dat appellanten wel degelijk over een procesbelang beschikten.
De Afdeling overweegt hiertoe dat besluiten die beperkingen stellen aan demonstraties betrekking hebben op de uitoefening van een grondrecht en er meestal weinig tijd ligt tussen het besluit zelf en de demonstratie waarop het besluit betrekking heeft. Het komt dus vaak voor dat een demonstratie al voorbij is voordat een rechter een besluit kan toetsen.
Een oordeel van de rechter is, zo overweegt de Afdeling, van belang voor demonstranten en initiatiefnemende organisaties om duidelijkheid te krijgen of beperkingen terecht waren en daarmee ook een indicatie te hebben wat betreft de toelaatbaarheid van beperkingen bij toekomstige demonstraties. Mede op het oog op van het algemeen belang en eventuele individuele belangen van derden, is het volgens de Afdeling, ook voor het bestuur van belang om zo te weten welke beperkingen het wel of niet aan demonstraties mag stellen.
Tot slot oordeelt de Afdeling hierover dat meespeelt dat het niet onwaarschijnlijk is dat appellanten in de toekomst zullen demonstreren tegen in haar ogen ongunstig beleid.
Kortom, in onderhavige zaak was sprake van procesbelang en kwam de Afdeling toe aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak.
Hoewel de onderhavige uitspraak van de Afdeling zich specifiek richt op het procesbelang in het kader van het demonstratierecht, is het in algemene zin binnen het bestuursrecht belangrijk over procesbelang te beschikken. Dit geldt met name in het geval sprake is van een besluit dat voor bepaalde tijd is verleend of dat ziet op aflopend feitelijk handelen en de daaraan verbonden termijn is verstreken.
De uitspraak van de Afdeling toont aan dat procesbelang in dergelijke gevallen (mede) gelegen kan zijn in de voorzienbaarheid dat zich in de toekomst een herhaling van soortgelijke rechtsstrijd tussen dezelfde partijen zal voordoen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.