icon

Hoge Raad: recht op onverwijlde afgifte van proces-verbaal

Op 18 oktober 2024 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen waarin hij bepaalt dat een procespartij die overweegt een rechtsmiddel in te stellen (zoals hoger beroep of cassatie), recht heeft op een proces-verbaal van de zitting, en dat de rechter aan een verzoek tot afgifte daarvan onverwijld moet voldoen (ECLI:NL:HR:2024:1476).

In deze blog lichten wij toe wat een proces-verbaal bevat, wanneer het wordt opgemaakt en verstrekt, welke belangen een procespartij daarbij kan hebben, en wat de implicaties zijn van het arrest van de Hoge Raad.

Het proces-verbaal

Het proces-verbaal houdt een zakelijke samenvatting in van wat ter zitting is gezegd en gebeurd. Het wordt hoofdzakelijk opgesteld op basis van de aantekeningen van de griffier en wordt (mede) ondertekend door de rechter (tenzij deze verhinderd is).

In een reguliere dagvaardingsprocedure (geen kort geding) maakt de rechter een proces-verbaal op in één van de volgende gevallen: (i) als hij dit ambtshalve bepaalt, of (ii) als daarom wordt verzocht door een partij die daarbij belang heeft, de rechter in hoger beroep of de Hoge Raad (artikel 90 lid 1 Rv).

Bewijsrechtelijk is een proces-verbaal een authentieke akte: een akte die in de vereiste vorm en bevoegdelijk is opgemaakt door ambtenaren aan wie bij of krachtens de wet is opgedragen op die wijze te doen blijken van door hen gedane waarnemingen of verrichtingen (artikel 156 Rv). Het proces-verbaal levert daarom dwingend bewijs op van wat de rechter daarin heeft verklaard over diens waarnemingen en verrichtingen ter zitting (artikel 157 lid 1 Rv).

Dat is van belang voor een (mogelijke) volgende of andere procedure: vanwege de dwingende bewijskracht is de rechter in die procedure dan verplicht de inhoud van het proces-verbaal als waar aan te nemen. Dat wil bij een proces-verbaal zeggen: dat waar is dat iets ter zitting is gezegd of gebeurd, niet dat wat ter zitting is gezegd zelf ook waar is. Tegen de juistheid van de inhoud van een proces-verbaal staat tegenbewijs open (artikel 152 lid 1 Rv), maar daarvoor ligt de lat hoog: uit het tegenbewijs moet ondubbelzinnig de onjuistheid blijken (ECLI:NL:HR:2010:BM2337).

Belang bij proces-verbaal

Een procespartij kan om meerdere redenen belang hebben bij een proces-verbaal. Bijvoorbeeld als de wederpartij tijdens de zitting een vordering intrekt, of als de wederpartij uitdrukkelijk de waarheid van een of meer stellingen van de betreffende procespartij erkent. Van een dergelijke “gerechtelijke erkenning” kan de wederpartij later lastig terugkomen (artikel 154 Rv). Voor een procespartij kunnen ook het verdere zittingsverloop en andere stellingen van de wederpartij en haarzelf van belang zijn. Bijvoorbeeld voor andere procedures tegen de wederpartij, voor de afweging of de procespartij wel of niet hoger beroep of cassatie wil instellen, hoe de procespartij (onderdelen van) het hoger beroep of cassatieberoep wil insteken, of juist hoe zij zich daarin tegen de wederpartij wil verweren.

Om als belanghebbende in de zin van artikel 90 lid 1 Rv te worden aangemerkt, ligt de lat voor een procespartij laag. Als een procespartij om een proces-verbaal verzoekt, is het uitgangspunt dat de rechter daaraan gehoor moet geven.

Implicaties arrest Hoge Raad

In de praktijk duurt het weleens wat langer voordat een proces-verbaal wordt verstrekt. Dit kan onprettig zijn voor een procespartij die de inhoud van het proces-verbaal wil betrekken bij haar beslissing of, en zo ja op welke gronden, zij een rechtsmiddel (zoals hoger beroep of cassatie) zal instellen. Daarvoor heeft zij immers maar beperkt de tijd.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 18 oktober 2024 verduidelijkt dat dit niet de bedoeling is, en dat een procespartij die een rechtsmiddel overweegt recht heeft op onverwijlde afgifte van het proces-verbaal. De Hoge Raad overweegt daartoe in r.o. 2.3 als volgt:

“(…) Art. 90 lid 6 Rv bepaalt dat de griffier zo spoedig mogelijk een afschrift van het proces-verbaal aan de eiser en de in het geding verschenen gedaagde verstrekt. Deze voorschriften strekken er onder meer toe dat een partij de inhoud van een proces-verbaal kan betrekken bij haar beslissing of, en zo ja op welke gronden, zij een rechtsmiddel zal instellen.1 Een partij die verzoekt om afgifte van een proces-verbaal omdat zij overweegt een rechtsmiddel in te stellen, moet geacht worden bij het opmaken van het proces-verbaal belang te hebben, en heeft er recht op dat het proces-verbaal zo spoedig mogelijk wordt verstrekt. Aan zo’n verzoek moet dan ook onverwijld worden voldaan.”

Het arrest komt gelet op artikel 90 lid 6 Rv niet als een verrassing. Het arrest is ook in lijn met een eerder arrest van de Hoge Raad over de verzoekschriftprocedure, waar vergelijkbare wetsbepalingen gelden. Niettemin kan het arrest een verdere aansporing vormen om het proces-verbaal daadwerkelijk zonder uitstel te verstrekken.

Als je als procespartij overweegt een rechtsmiddel in te stellen, is dat verstandig expliciet te vermelden bij het verzoek om afgifte van een proces-verbaal. Daarbij kan ook naar het arrest worden verwezen. Volgt het proces-verbaal toch niet op tijd, dan kan je als procespartij in het ingestelde middel een voorbehoud maken tot aanvulling daarvan nadat het proces-verbaal is ontvangen. 

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Hoge Raad: recht op onverwijlde afgifte van proces-verbaal

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief