Praktijkgebieden: Contracten
Inleiding
In algemene voorwaarden komen vaak vervalbedingen voor. Hierin wordt vaak een termijn opgenomen waarbinnen een partij een klacht kan indienen en ook hoe dit moet gebeuren. Indien te laat wordt geklaagd, dan vervalt het recht om te klagen (ook wel reclameren genoemd).
Op 19 januari 2021 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een arrest gewezen waarin door een opdrachtnemer met succes een beroep wordt gedaan op het in de algemene voorwaarden opgenomen vervalbeding. Aanleiding hiervoor was een geschil tussen een accountantskantoor en een agrarische onderneming.
Casus
Het accountantskantoor verrichte al enkele jaren diensten voor de agrarische onderneming, zoals het samenstellen van de jaarrekeningen en het verzorgen van de aangiften inkomstenbelasting. Op een geven moment betaalde de agrarische onderneming de facturen van het accountantskantoor niet meer. Zij was van mening dat het accountantskantoor tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat zij als gevolg hiervan schade had geleden. De schade zou tenminste zo hoog zijn als de vordering die het accountantskantoor op haar had en de vordering van het accountantskantoor is door verrekening met die schadevordering tenietgegaan, aldus de agrarische onderneming.
In de opdrachtbevestiging heeft het accountantskantoor haar algemene voorwaarden van toepassing verklaard. De algemene voorwaarden zijn voorts bij de opdrachtbevestiging gevoegd. In de algemene voorwaarden is het volgende vervalbeding opgenomen:
K. RECLAME
1. Een reclame met betrekking tot de verrichte werkzaamheden en/of het factuurbedrag dient schriftelijk binnen 14 dagen na de verzenddatum van de stukken of informatie waarover opdrachtgever reclameert, dan wel binnen 14 dagen na de ontdekking van het gebrek indien opdrachtgever aantoont dat hij het gebrek redelijkerwijs niet eerder kon ontdekken, aan opdrachtnemer te worden kenbaar gemaakt.
(…)
3. Indien de reclame niet tijdig wordt ingesteld vervallen alle rechten van opdrachtgever in verband met de reclame.
De procedure
Om alsnog haar facturen betaald te krijgen, heeft het accountantskantoor een procedure bij de rechtbank aanhangig gemaakt. De rechtbank heeft de vordering van het accountantskantoor toegewezen en de agrarische onderneming veroordeeld om aan het accountantskantoor een bedrag van € 25.465,83 te betalen. De vordering van de agrarische onderneming, dat het accountantskantoor op meerdere fronten toerekenbaar is tekortgeschoten en dat de agrarische onderneming daardoor schade heeft geleden, is door de rechtbank afgewezen.
De kern van het hoger beroep richt zich tegen de conclusie van de rechtbank dat het vervalbeding uit de algemene voorwaarden in de weg staat aan de vorderingen van de agrarische onderneming: zij heeft niet tijdig geklaagd, waardoor haar recht is vervallen en haar vorderingen moeten worden afgewezen.
Het gerechtshof overweegt als volgt. In de algemene voorwaarden is – als uitzondering op de hoofdregel dat gereclameerd moet worden binnen 14 dagen na verzending van de stukken of informatie waarop de reclame betrekking heeft – geregeld dat een reclame over een gebrek kenbaar moet worden gemaakt binnen 14 dagen na de ontdekking van het gebrek, indien de opdrachtgever aantoont dat hij het gebrek redelijkerwijs niet eerder kon ontdekken. Als – zoals hier – dus wordt geklaagd na de ontdekking van de gestelde gebreken, dan moet het agrarische bedrijf aantonen (onderbouwen en zo nodig bewijzen) dat zij die gebreken redelijkerwijs niet eerder konden ontdekken. In deze verplichting is zij tekortgeschoten, aldus het gerechtshof. Ook zou de agrarische onderneming volgens het gerechtshof niet schriftelijk hebben geklaagd, terwijl zij daar op grond van de algemene voorwaarden wel toe verplicht was.
Tot slot wijst het gerechtshof ook het laatste beroep van de agrarische onderneming af. Het vervalbeding zou volgens de agrarische onderneming naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Zij stelt hierbij dat een termijn van 14 dagen onredelijk kort is. Ook verwijst zij naar de gedachte achter de wettelijke klachtplicht die volgt uit artikel 6:89 BW. De gedachte achter de klachtplicht is de bescherming van de schuldenaar tegen te late en daardoor moeilijk te betwisten klachten, omdat (bewijs)materiaal door tijdsverloop verloren kan zijn gegaan. Dat speelt hier echter geen rol, aldus de agrarische onderneming. Het accountantskantoor zou volgens haar van alle klachten op de hoogte zijn geweest toen zij nog de beschikking had over het integrale dossier. Het gerechtshof constateert dat het accountantskantoor wel degelijk belang heeft bij het inroepen van het vervalbeding omdat er een ruime tijd zat tussen de ontdekking van de gebrekkige dienstverlening en het moment waarop de klachten zijn geuit. Dat het vervalbeding uit de algemene voorwaarden een korte termijn van 14 dagen bevat, kan daaraan niet afdoen. De agrarische onderneming heeft onvoldoende onderbouwd waarom de korte duur van de vervaltermijn het in dit geval voor hen onmogelijk heeft gemaakt om tijdig te klagen.
Conclusie
Kortom, aan de beantwoording van de vraag of het accountantskantoor al dan niet toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst wordt niet toegekomen indien er met succes een beroep wordt gedaan op een vervalbeding in de van toepassing zijnde algemene voorwaarden. Voor een opdrachtnemer loont het dus zeker om een vervalbeding op te nemen in de algemene voorwaarden.
Hebt u een vraag over een vervalbeding in algemene voorwaarden of wilt u (nieuwe) algemene voorwaarden laten opstellen. Neem gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst!
Eveline Hoekstra is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied contracten.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.