Praktijkgebieden: Ruimtelijke ordening
Eind december blogde kantoorgenote Ruth Beijen nog dat het ontwerp-Koninklijk Besluit aan de Eerste en Tweede Kamer was aangeboden met daarin de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet: 1 januari 2022. Sinds 2 februari jl. lijkt deze inwerkingtredingsdatum echter weer onzeker.
Tweede Kamer stemt voor controversieel verklaring
Als gevolg van de demissionaire status van het kabinet konden fracties en commissies een voorstel tot wijziging van de lijst van controversiële onderwerpen indienen. GroenLinks diende een voorstel in om de beantwoording van de vragen en opmerkingen over de aanbieding van het ontwerp-Koninklijk Besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet (hierna: ontwerpbesluit) op de lijst op te nemen. Het ontwerpbesluit stond oorspronkelijk namelijk niet op deze lijst. Het voorstel van GroenLinks is met 88 stemmen door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft dit ontwerpbesluit daarentegen niet controversieel verklaard.
Verkiezingen
Het gevolg zal zijn dat het ontwerpbesluit niet behandeld zal worden door de Tweede Kamer zo lang sprake is van een demissionair kabinet. Pas na de verkiezingen op 17 maart a.s. zal de behandeling van het ontwerpbesluit dus weer opgepakt kunnen worden. Dit kan gevolgen hebben voor de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Foutje van D66?
Het ziet ernaar uit dat de stemming nog een andere uitkomst kan gaan krijgen. D66 stemde namelijk voor het controversieel verklaren van het ontwerpbesluit, terwijl deze partij juist vóór invoering van de Omgevingswet is op 1 januari 2022. Het is immers de partij van Kajsa Ollongren, de minister die de Omgevingswet onder haar verantwoordelijkheid heeft.
Het lijkt erop dat de stemming tot het controversieel verklaren van de Omgevingswet een foutje was van D66. Het ligt dan ook voor de hand dat de stemmingsuitslag gewijzigd zal worden. Opmerkelijk is ook dat op de website van de Tweede Kamer bij dit voorstel te lezen is: “Aangenomen (D66-tegen)”. Als D66 toch nog tegen het voorstel tot het controversieel verklaren stemt, zal het voorstel van GroenLinks alsnog worden verworpen.
Inwerkingtreding
Het is afwachten of de stemmingsuitslag nog wordt gewijzigd en de controversieel verklaring van het ontwerpbesluit wordt teruggedraaid. Als dat niet het geval zal zijn, is het goed mogelijk dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet opnieuw zal worden uitgesteld.
Update:
Op 9 februari 2021 heeft een nieuwe stemming plaatsgevonden in de Tweede Kamer waarbij D66 de fout heeft hersteld. De Omgevingswet is dus niet langer controversieel. Het blijft echter de vraag of de inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2022 gehaald gaat worden. Zowel de Tweede als de Eerste Kamer moet nog stemmen over het ontwerpbesluit met daarin de datum van 1 januari 2022 voor inwerkingtreding van de Omgevingswet. Pas als beide kamers hebben ingestemd met het ontwerpbesluit, kan de Omgevingswet op de beoogde datum van 1 januari 2022 in werking treden.
Nicky Loekemeijer is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.