Praktijkgebieden: Conflictoplossing
Het komt niet vaak voor dat de Bisschoppenconferentie voor de rechter moet verschijnen – bij de Ondernemingskamer (“OK”) kwamen ze in ieder geval niet eerder. Dat weerhield de raad van toezicht van de Radboud Universiteit en het Radboud UMC er niet van een procedure tegen de bisschoppen aan te spannen. Op 21 juli 2020 deed de OK uitspraak in deze bijzondere zaak en beperkte de (benoemings)bevoegdheden van de bisschoppen. Wat was er aan de hand?
Governance van de Radboud Universiteit en het Radboud UMC
De Radboud Universiteit en het Radboud UMC zijn gezamenlijk goed voor circa 25.000 studenten, 12.500 medewerkers en een begroting van bijna € 1.6 miljard – je kunt gerust stellen dat het om een organisatie gaat die een groot maatschappelijk en publiek belang dient.
Tegelijkertijd zijn de universiteit en het UMC ontstaan uit de katholieke gemeenschap, als een vorm van bijzonder onderwijs. Dat is terug te zien in de governance. De Radboud Universiteit en het Radboud UMC worden in stand gehouden door de Stichting Katholieke Universiteit (“SKU”). Het bestuur van de SKU functioneert feitelijk als raad van toezicht. De leden van het bestuur van de SKU worden benoemd en ontslagen door de Bisschoppenconferentie, een overlegorgaan van de Nederlandse (katholieke) bisschoppen. Wel kan het bestuur van de SKU bestuurders aan de bisschoppen voordragen. Uit de statuten van de SKU blijkt bovendien dat het stichtingsbestuur de katholieke identiteit van de universiteit en het UMC dienen te bewaken en bevorderen.
Gang van zaken sinds 2014
In 2014 komt de benoemingsprocedure ter discussie te staan. Het bestuur van de SKU draagt dan een bestuurder voor. Zoals gebruikelijk vraagt de Bisschoppenconferentie nadere informatie over de ‘kerkelijke gezindte, levensstaat en doopbewijs’. Deze informatie leidt tot de afwijzing van de bestuurder. Zij blijkt niet voor de kerk getrouwd te zijn. Dat strookt niet met de criteria die de Bisschoppenconferentie hanteert. De bestuurder dient praktiserend rooms-katholiek te zijn. Ook in 2016 wordt een bestuurder afgewezen omdat de kandidaat niet katholiek genoeg is.
De SKU is het niet eens met de benoemingscriteria en gaat in gesprek met de Bisschoppenconferentie. Daarbij stelt zij voor de benoemingsprocedure te wijzigen in een procedure waarbij één bestuurslid door de Bisschoppenconferentie wordt benoemd en de overige bestuurders door het bestuur zelf (coöptatie). Uiteraard dienen alle bestuurders de identiteit van de SKU te respecteren, maar op die manier wordt voorkomen dat bestuurders langs de strenge katholieke meetlat worden gelegd. De Bisschoppenconferentie gaat niet akkoord. Vele gesprekken volgen en beide organen brengen zelfs een bezoek aan de Congregatie voor de Katholieke Opvoeding te Rome, maar er komt geen oplossing. In 2019 wijst de Bisschoppenconferentie weer vier bestuurders op voordracht van de SKU af.
Een ander punt van geschil is een herstructurering. De SKU wil dat de universiteit en het UMC worden gesplitst in twee stichtingen. Bij de beoogde herstructurering verliest de Bisschoppenconferentie echter ook haar benoemingsbevoegdheid. De Bisschoppenconferentie onderschrijft de splitsing maar stemt niet in met de wijzigingen omtrent de benoemingsprocedure. Dit is voor SKU de reden om zich tot de OK te wenden.
De bevoegdheid van de Ondernemingskamer
De Bisschoppenconferentie voert aan dat de OK niet bevoegd is het geschil te beoordelen, nu de Bisschoppenconferentie een kerkelijk rechtspersoon is en haar besluiten slechts getoetst kunnen worden in een canonieke procedure voor de Congregatie voor de Katholieke Opvoeding. Uit artikel 2:344 BW blijkt inderdaad dat een gang naar de OK niet open staat wanneer het gaat om een kerkgenootschap in de zin van artikel 2:2 BW. Echter wordt in deze procedure verzocht om een onderzoek en onmiddellijke voorzieningen bij een stichting, de SKU. De stichting valt wel onder het toepassingsgebied van het enquêterecht. De OK stelt daarom dat zij bevoegd is het handelen van de Bisschoppenconferentie – als feitelijk orgaan van de SKU – te beoordelen.
De inhoudelijke beoordeling
De OK oordeelt inhoudelijk als volgt. De Bisschoppenconferentie dient zich – als feitelijk orgaan van de SKU – te richten naar het belang van de SKU en de door haar in stand gehouden ondernemingen. Die ondernemingen zijn de universiteit en het UMC en hebben beide een cruciale maatschappelijke rol. Het benoemen van een goed functionerend toezichtsorgaan is daarom een zaak van publiek belang. Het is dus niet zo dat de Bisschoppenconferentie de benoemingsbevoegdheid kan uitoefenen met slechts het belang van de rooms-katholieke kerk voor ogen. Daarbij geldt dat er al problemen zijn met de benoeming van een bestuurslid sinds 2014. Door de wijze waarop de Bisschoppenconferentie gebruik maakt van haar bevoegdheid ontstaat een impasse. De OK oordeelt dat de impasse en het als gevolg daarvan uitblijven van benoemingen in het bestuur en nodig geachte herstructureringen gegronde redenen zijn om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken te twijfelen. Daarom wordt een onderzoek ingesteld.
Daar blijft het niet bij. De OK besteedt vervolgens aandacht aan de kern van de zaak: het meningsverschil over de wijze van benoemingen. De OK stelt vast dat slechts een kleine minderheid van de studenten en medewerkers van de universiteit en het UMC zichzelf als katholiek beschouwt. Hoewel de katholieke identiteit nog wel meebrengt dat wordt gereflecteerd op levensbeschouwelijke vraagstukken, is de leer van de rooms-katholieke kerk niet meer leidend bij het onderwijs en onderzoek. Zo biedt het UMC bijvoorbeeld transgenderbehandelingen- en operaties aan, ondanks de visie van de Bisschoppenconferentie hierop. Het lijkt er daarentegen op dat de Bisschoppenconferentie strenger wordt in de maatstaven die zij hanteert. De OK concludeert kortgezegd dat de Bisschoppenc0nferentie een achterhoedegevecht voert. Zij gebruikt haar benoemingsbevoegdheid om een doel te bereiken dat niet bereikbaar is. Het is ondenkbaar dat de universiteit en het UMC aan hun katholieke identiteit gestalte kunnen geven op een wijze zoals die door de Bisschoppenconferentie wordt beoogd. Door de benoemingsbevoegdheid wel te gebruiken en benoemingen te blokkeren, schaadt zij echter het belang van de universiteit en het UMC.
Om hier een einde aan te maken treft de OK onmiddellijke voorzieningen. De OK bepaalt dat SKU voorlopig (i) exclusief bevoegd is tot benoeming en ontslag van bestuurders en (ii) exclusief bevoegd is tot het nemen van besluiten omtrent de herstructurering. De Bisschoppenconferentie wordt hiermee buitenspel gezet.
Conclusie
Hoewel de Bisschoppenconferentie haar benoemingsbevoegdheid verliest, zal de katholieke identiteit bij de Radboud Universiteit en het UMC – als het aan de SKU ligt – gewaarborgd blijven. Het is de vraag of de Bisschoppenconferentie daar tevreden mee kan zijn. Interessant daarbij is dat ook de Tilburg University van oorsprong een katholieke universiteit is. Uit de statuten van de overkoepelende stichting (de Stichting Katholieke Universiteit Brabant) blijkt dan ook dat het bestuur wordt benoemd en ontslagen door de Bisschoppenconferentie. Wie weet volgen ook hier binnenkort wijzigingen in de governance.
Voor meer informatie over de Ondernemingskamer verwijzen wij naar onze blogs in de Serie Ondernemingskamer.
Joël Bouman is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied conflictoplossing / Procesrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.