Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Vandaag heeft het kabinet de uitwerking en voorwaarden van de al eerder aangekondigde Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging ten behoeve van behoud van Werkgelegenheid (de NOW-regeling) toegelicht. Hieronder vindt u een eerste overzicht van de belangrijkste informatie over de NOW-regeling. Meerdere informatieve blogs over deze regeling zullen binnenkort volgen.
De NOW is erop gericht loondoorbetaling te garanderen, door de vergoeding van (een deel van) de loonsom met toepassing van een subsidie van de overheid te vergoeden. Met de steun kan ontslag worden voorkomen en kunnen werkgevers menskracht, ervaring en kennis behouden voor hun onderneming, aldus de Minister. Tijdens de persconferentie vanmorgen benadrukte de Minister nog maar eens dat het doel van alle maatregelen tezamen is om zoveel mogelijk de economie in stand te houden, zodat na deze crisis de meeste bedrijven overeind blijven en de meeste mensen hun baan behouden. Men wordt onder andere opgeroepen om abonnementen op de sportschool en andere vaste lasten nu niet stop te zetten om een domino-effect te voorkomen. De overheid financiert u, blijf uitgeven! De vraag is natuurlijk of die financiering op tijd komt.
De aanvraag van de NOW-regeling Naar verwachting van het UWV kan de NOW-regeling vanaf maandag 6 april 2020 door werkgevers worden aangevraagd. Op vrijdag 3 april 2020 zal de definitieve startdatum van de aanvraagperiode bekend worden gemaakt. Het UWV heeft haar processen erop ingericht om vanaf dat moment een groot aantal aanvragen te kunnen ontvangen.
In het aanvraagformulier van het UWV moet in ieder geval de volgende informatie worden vermeld:
Nadat positief op de aanvraag is beslist, zal het UWV een voorschot verlenen van 80% van de subsidie. Voor het UWV geldt een beslistermijn van 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag. De betaling van het voorschot vindt plaats in drie termijnen en de eerste termijn wordt binnen 2 tot 4 weken na de aanvraag uitbetaald.
Voorwaarden van de aanvraag De NOW-regeling ondersteunt werkgevers die geconfronteerd worden met een omzetdaling van ten minste 20% over een aangesloten periode van 3 maanden, die zij leiden ten gevolge van buitengewone omstandigheden die buiten het normale ondernemersrisico vallen. Hier wordt uiteraard gedoeld op het door de overheid stilleggen van het economisch leven als gevolg van de Corona-crisis. Werkgevers hoeven niet aan te tonen in welke mate de buitengewone omstandigheden bijdragen aan de omzetdaling. De omzetdaling moet zich voordoen over een kwartaal waarvan de startdatum valt op de eerste dag van de maanden maart, april of mei 2020. De omzet van dat kwartaal wordt vergeleken met de gemiddelde omzet per kwartaal in het jaar 2019. Als de onderneming van de werkgever onderdeel is van een concern, dan moet worden gekeken naar de te verwachten omzetdaling van het hele concern.
De ondersteuning betreft een subsidie voor de loonkosten van de werknemers die in dienst zijn bij een werkgever en die verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. Zoals wij in een eerdere blog schreven over flexwerkers in de coronacrisis, geldt de subsidie ook voor werkgevers die werknemers in dienst hebben met een flexibel contract, zoals een nul-urencontract. Ook payroll- en uitzendwerkgevers kunnen een NOW-regeling aanvragen en gecompenseerd worden voor de loonkosten van werknemers die zij in dienst houden.
De NOW-regeling betreft in de eerste instantie een subsidie voor loonkosten in de periode van 1 maart 2020 tot 31 mei 2020. De subsidieverlening kan met 3 maanden verlengd worden. Het kabinet zal voor 1 juni 2020 besluiten over een eventuele verlening van de NOW-regeling.
De hoogte van de subsidie De subsidie wordt berekend door middel van de volgende formule: A x B x 3 x 1,3 x 0,9. De variabelen A en B kunnen als volgt worden ingevuld:
A = het percentage van de door de werkgever verwachte omzetdaling; B = de loonsom waarbij wordt uitgegaan van de totale loonsom van werknemers waarvoor de werkgever het loon heeft uitbetaald met dien verstande dat het in aanmerking te nemen loon per werknemer niet meer bedraagt dan € 9.538 bruto.
De subsidie wordt in beginsel gebaseerd op de loonsom van januari 2020 en bedraagt per maand maximaal 90% van de loonsom over januari 2020.
Als de werkgever na 18 maart 2020 een ontslagaanvraag heeft ingediend bij het UWV op grond van bedrijfseconomische redenen (de a-grond), wordt de subsidie als volgt verminderd. Bij de vaststelling van de subsidie wordt vastgesteld wat het loon is van de werknemers voor wie ontslag is aangevraagd en dat loon wordt verhoogd met 50%. Het loon van de betreffende werknemer, plus de vermeerdering van 50% wordt in mindering gebracht op de totale loonsom waarop de uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt gebaseerd.
Verplichtingen van werkgevers Verder worden op werkgevers aan wie een subsidie wordt verleend een aantal verplichtingen opgelegd. Als een werkgever niet aan deze verplichtingen voldoet, kan het UWV het verstrekte voorschot opschorten of terugvorderen. De werkgever is verplicht:
We realiseren ons dat dit moeilijke tijden zijn, en dat het bovenstaande niet alle vragen en zorgen zal kunnen wegnemen. Aarzelt u niet contact met ons op te nemen om uw specifieke vragen voor te leggen.
[1]. Dit is een lastige voorwaarde. Het idee is dat er zo weinig mogelijk mensen worden ontslagen. In een volgende blog gaan we op dit soort onduidelijkheden verder in.
Kirsten Willms en Maartje Oliemans-Ouwehand zijn niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.