Praktijkgebieden: Zorg
De ministers van Binnenlandse Zaken en VWS hebben recent de internetconsultatie afgesloten van hun voorstellen voor wijzigingen van de WNT. Voornaamste punt van (voorgestelde) wijziging is dat het beloningsmaximum van de WNT straks – als de wijzigingen doorgaan – niet alleen zal gelden voor bestuurders van de zogenaamde toegelaten instelling, maar ook voor die van de vennootschap(pen) die zorg verlenen in opdracht van die instelling. Ook wordt het beloningsmaximum verlaagd van de interim-bestuurder die voorheen bestuurder in dienstbetrekking was.
Voor de zorg is de WNT – en daarmee het beloningsmaximum voor de bestuurder – gekoppeld aan de toelating die een instelling heeft op grond van de Wet toelating zorginstellingen (Wtzi). De gedachte daarachter was als volgt: om verzekerde zorg te leveren heeft een instelling een Wtzi-toelating nodig, en aan die toelating is ook de toepasselijkheid van de WNT gekoppeld; op die manier kan het leveren van verzekerde zorg niet kan worden gecombineerd met een te hoge beloning van de bestuurder – die beloning komt immers uit gemeenschapsgeld. De praktijk liep in sommige gevallen anders. Een bekende constructie is dat een organisatie – meestal een stichting – een Wtzi-toelating krijgt, en de zorg vervolgens uitbesteedt aan een vennootschap die die toelating niet heeft. De Wtzi schrijft namelijk niet voor dat de toegelaten instelling zelf ook de zorg moet leveren. De opdrachtnemer van de Wtzi-toegelaten instelling valt daarmee niet onder de WNT. Dit is het voornaamste punt dat onder dit voorstel wordt gewijzigd.
Onder de nieuwe WNT (nogmaals: als dit voorstel wordt uitgevoerd) is de WNT niet meer gekoppeld aan de Wtzi-toelating, maar aan het leveren van verzekerde zorg. De voorgestelde nieuwe wet bevat (anders dan nu) een lange lijst met soorten zorg waarvan het leveren onder de WNT zal vallen. De constructie waarin de ene organisatie de toelating heeft en de andere organisatie de daadwerkelijke zorg levert heeft voor de toepasselijkheid van de WNT dan dus geen zin meer. Voor het investeren in zorg blijft die constructie overigens mogelijk wel interessant; ik kom daar in een volgende blog op terug.
De voornaamste wijziging betekent dus dat de WNT van toepassing is als een organisatie verzekerde zorg verleent. De vraag aan wie die zorg in rekening wordt gebracht – aan de zorgverzekeraars of aan de Wtzi-toegelaten opdrachtgever – is straks niet meer relevant. In beide gevallen mogen de bestuurders van de organisatie niet méér verdienen dan het maximum op grond van de WNT, voor de categorie die op die organisatie van toepassing is.
Het begrip “organisatie” is (voor de WNT) ook duidelijker omschreven: dat is elk verband van twee personen of meer waarvan tenminste één als zorgverlener werkzaam is. Tot deze aanvulling is besloten om ook zeer kleine zorginstellingen onder het bereik van de WNT te brengen. Bovendien zijn op dit moment veel instellingen Wtzi-toegelaten zonder dat dat heel duidelijk is: een relatief groot aantal instellingen heeft die toelating namelijk automatisch en stilzwijgend, zonder dat deze is aangevraagd.
In volgende blogs kom ik terug op de andere voorgestelde wijzigingen voor gelieerde ondernemingen, interim-bestuurders, en het overgangsrecht. Ook kom ik terug op investering in de zorg.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied zorg.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.