Praktijkgebieden: Medezeggenschap, Zorg
De huidige Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) regelt de invloed van cliënten op de bedrijfsvoering van een zorginstelling. Die rechten worden binnenkort uitgebreid als de nieuwe Wmcz 2018 wordt aangenomen. Onderstaand een greep uit de belangrijkste rechten van cliënten inclusief de mogelijke veranderingen:
Instellen van een cliëntenraad verplicht
Zorginstellingen met een wtzi-toelating, zoals instellingen voor gezondheidszorg, maatschappelijke zorg of verslavingszorg moeten een cliëntenraad hebben.
De verplichtingen in het wetsvoorstel richten zich tot instellingen als bedoeld in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg. Ofwel: rechtspersonen, organisatorische verbanden van natuurlijke personen alsmede natuurlijke personen die bedrijfsmatig zorg verlenen – dus voor alle beroepsmatig verleende zorg, ook niet-verzekerde zorg (en alternatieve zorg). De verplichting om een cliëntenraad in te stellen geldt dan voor zorginstellingen die in de regel meer dan tien personen zorg laten verlenen. Aan de eis van tien zorgverleners is snel voldaan, want iedereen telt mee: parttime, fulltime, ingehuurde krachten en zelfs de medewerkers van andere organisaties aan wie de zorg wordt uitbesteed.
Adviesrecht
De zorginstelling moet de cliëntenraad steeds de mogelijkheid geven om te adviseren over voorgenomen belangrijke besluiten, zoals een belangrijke wijziging in de organisatie, de begroting of wijziging van beleid of doelstelling. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. De cliëntenraad is bevoegd de zorgaanbieder ook ongevraagd te adviseren.
Instemmingsrecht
Het wetsvoorstel voorziet daarnaast in een instemmingsrecht van de cliëntenraad. Dat houdt in dat een voorgenomen besluit alleen kan worden genomen met instemming van de cliëntenraad, terwijl bij een advies nog na overleg kan worden afgeweken van het advies. Het instemmingsrecht zal betrekking hebben op besluiten over beleid dat de kern van de zorgverlening raakt, zoals veiligheid en hygiëne.
Enquêterecht
Zorginstellingen in de vorm van een vereniging of stichting met minstens 50 werknemers moeten de cliëntenraad het recht van enquête geven. Dat houdt in dat de cliëntenraad in een juridische procedure mag voorleggen of sprake is van wanbeleid binnen de zorginstelling.
In het wetsvoorstel wordt het recht van enquête toegekend aan cliëntenraden van alle instellingen, ongeacht de rechtsvorm of het aantal werknemers.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied zorg.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.