Praktijkgebieden: Contracten
Een bestuurder van een auto besluit, nadat zij gebruik heeft gemaakt van de parkeergarage Q-Park, deze te verlaten zonder te betalen door vlak achter een voorganger aan te rijden zodat zij de slagboom kon passeren. Q-Park heeft vervolgens deze bestuurder gesommeerd haar een schadevergoeding te betalen ter grootte van € 300,- voor de overtreding, vermeerderd met het geldende ‘tarief verloren kaart’ van € 90.-.Deze schadevergoeding heeft Q-Park gebaseerd op de door haar gebruikte algemene voorwaarden waarin is bedongen dat deze bedragen moeten worden vergoed als de parkeergarage wordt verlaten zonder te betalen.
Het gaat in de zaak die voorlag bij rechtbank om de vraag of de bestuurder van de auto gehouden is om een schadevergoeding te betalen die voor wat betreft de hoogte ervan is gebaseerd op de door Q-Park gebruikte algemene voorwaarden.
De rechtbank komt tot het volgende oordeel. Tussen partijen is een overeenkomst tot stand gekomen inhoudende dat de bestuurder van de auto tegen betaling van de daarvoor geldende tarieven gebruik mag maken van de parkeergarage van Q-park. Het dagtarief voor de parkeergarage bedraagt € 30,-. Op een informatiebord voor de slagboom van de parkeergarage, wordt door Q-Park verwezen naar de door haar gebruikte algemene voorwaarden. Deze algemene voorwaarden zijn op de overeenkomst tussen partijen van toepassing. Echter, op de parkeerticketautomaat voor de slagboom van de parkeergarage, wordt de volgende tekst vermeld:
“Uitrijden zonder betalen wordt direct gemeld bij onze gerechtsdeurwaarder. Als gevolg hiervan wordt het dagtarief en alle bijkomende kosten in rekening gebracht.”
De hoogte van de schadevergoeding die Q-park vordert in deze procedure komt niet overeen met de informatie die daarover op de parkeerticketautomaat wordt gegeven. Dit klemt volgens de rechtbank, omdat de op de parkeerticketautomaat vermelde regeling ook een algemene voorwaarde is. De regeling is namelijk eenzijdig opgesteld en klaarblijkelijk opgesteld om steeds van toepassing te zijn. De wet verbindt daaraan het gevolg dat de regeling ook een algemene voorwaarde is. Het voorgaande betekent dat Q-Park voor één en dezelfde situatie – het verlaten van de parkeergarage zonder te betalen- twee sets van algemene voorwaarden gebruikt die verschillende rechtsgevolgen in het leven roepen.
Uit rechtspraak volgt dat in een dergelijk geval door uitleg moet worden vastgesteld welke regeling voorgaat (zie: HR 24 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1125 Forfarmers BV/Doens Food). In deze zaak is – naar oordeel van de rechtbank – een gezichtspunt dat de set van algemene voorwaarden waarnaar op het bord wordt verwezen, voor wat betreft de inhoud ervan niet direct kenbaar is voor de wederpartij van Q-Park. Dat is anders voor de tweede set van algemene voorwaarden. De op de parkeerticketautomaat vermelde informatie is concreet ten aanzien van de gevolgen die het heeft als de parkeergarage zonder te betalen wordt verlaten. Verder is een gezichtspunt dat de verwijzing naar de toepasselijkheid van algemene voorwaarden op een bord, minder aandacht vraagt dan de vermelding van een concrete voorwaarde op de parkeerticketautomaat. Het bord kan een gebruiker van de parkeergarage ontgaan, maar de parkeerticketautomaat niet. De gebruiker zal daarop zijn aandacht wel moeten vestigen om een inritkaartje te verkrijgen. De rechtbank is van oordeel dat onder zodanige omstandigheden het voor de hand ligt dat de op de parkeerticketautomaat gegeven regeling voorgaat, ook omdat een gebruiker van de parkeergarage daarop mag vertrouwen.
Q-Park kan daarom de bestuurder van de auto aanspreken tot vergoeding van het dagtarief van € 30,- en de bijkomende kosten, maar niet voor de aanzienlijk hogere vergoeding die zij bedingt in de set van algemene voorwaarden waarnaar zij op het bord verwijst.
Eveline Hoekstra is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied contracten.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.