icon

Algemene voorwaarden en de overheid

Een tijd geleden begonnen wij de serie algemene voorwaarden. Hoewel de overheid ook ‘gewoon’ deelneemt aan het handelsverkeer – een gemeente kan ook overeenkomsten sluiten – zijn er civielrechtelijk vaak bijzonderheden als één van de contractspartijen overheid is. Hieronder zal een aantal bijzonderheden worden aangestipt in verband met de overheid en algemene voorwaarden.

De overheid als gebruiker van algemene voorwaarden

De overheid maakt veelvuldig gebruik van algemene voorwaarden. Zo hanteert de Rijksoverheid bijvoorbeeld inkoopvoorwaarden en maakt de Rijksgebouwendienst gebruik van algemene voorwaarden voor opdrachten aan architecten en adviseurs.

De vraag kan opkomen hoe algemene voorwaarden van de overheid gekwalificeerd moeten worden. Deze kunnen namelijk nogal lijken op beleidsregels en daarmee kwalificeren als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Gedacht kan worden aan erfpachtvoorwaarden die veelal door de gemeenteraad worden vastgesteld. Over deze vraag bestaat discussie in de literatuur en de rechtspraak is hierover nog niet volledig duidelijk. Als de algemene voorwaarden bepalen in welke gevallen een bestuursorgaan bereid is een overeenkomst te sluiten, dan zou gesproken kunnen worden van een beleidsregel. Immers, in een algemene regel wordt omschreven hoe het bestuursorgaan gebruik maakt van de bevoegdheid om te contracteren. Dit zou met zich brengen dat een overheidsorgaan gehouden kan worden aan de door haar gehanteerde algemene voorwaarden (tevens zijnde beleidsregels), zodat er al binding bestaat voordat een overeenkomst is gesloten waarop die voorwaarden van toepassing worden verklaard.

Daarnaast wordt er verschillend gedacht over de vraag of voor de overheid strengere regels gelden bij het hanteren van algemene voorwaarden dan voor andere partijen. Uit alweer een oud arrest van de Hoge Raad (25 april 1986) volgt dat voor de overheid als gebruiker van algemene voorwaarden zwaardere maatstaven gelden; zij dient bij het gebruik van algemene voorwaarden rekening te houden met de belangen van burgers. Dit in tegenstelling tot andere gebruikers, die in beginsel alleen met zijn of haar eigen belangen rekening behoeft te houden. Dit arrest is later echter niet expliciet herhaald, zodat het de vraag is in hoeverre deze regel nog gelding heeft. Aangenomen wordt dat algemene voorwaarden, gehanteerd door de overheid, keer op keer moeten worden beoordeeld aan de hand van de relevante omstandigheden. Daarbij kan ook een grote rol spelen of de wederpartij een kleine particulier is of een grote onderneming.

De overheid als wederpartij

Indien de overheid is betrokken bij algemene voorwaarden als wederpartij, rijst de vraag of zij kwalificeert als grote partij in de zin van 6:235 BW. Grote partijen kunnen, gelet op die bepaling, geen beroep doen op de vernietigingsgronden van 6:233 en 6:234 BW.

Die vraag lijkt bevestigend te moeten worden beantwoord. In een arrest van de Hoge Raad van 15 oktober 2004 werd aanknoping gezocht bij het aantal werknemers dat de betreffende overheid, in dit geval de gemeente, in dienst had. Omdat dat er meer dan 50 waren, was 6:235 BW ‘gewoon’ op de gemeente van toepassing zodat de gemeente geen beroep kon doen op de vernietigingsgronden van 6:233 en 6:234 BW.


Geert Schnitzler is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied contracten.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Algemene voorwaarden en de overheid

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief