Praktijkgebieden: Ambtenarenrecht, Arbeidsrecht
Volgende week, en dan met name komende dinsdag, zou wel eens een historische dag kunnen worden. Niet alleen wordt die dag mogelijk voor het eerst een vrouwelijke president van de Verenigde Staten gekozen, ook wordt die dag – naar verwachting – besloten of de ambtenaar zijn huidige rechtspositie verliest.
Trouwe lezers van onze blog (en dan vooral die met een ijzeren geheugen) herinneren zich wellicht dat wij over dit laatste al eerder hebben geschreven. Dat is al weer even terug; sinds 2010 speelt een initiatief wetsvoorstel om de ambtenarenstatus af te schaffen en van hen gewone werknemers te maken. Dat voorstel stamt van (ver) vóór de WWZ, toen voor werknemers nog een open ontslagstelsel gold (in tegenstelling tot het gesloten stelsel voor ambtenaren) en werknemers, in tegenstelling tot die ambtenaren, niet in hoger beroep konden als een rechter over hun ontslag had geoordeeld.
Met de invoering van de WWZ is de werknemer een eind opgeschoven in de richting van de ambtenaren: ook de werknemer kan nu in hoger beroep, en ook voor de werknemer geldt nu een gesloten stelsel van ontslag (zonder te willen opscheppen: ik schreef in 2012 al dat dat het meest voor de hand lag. Toegegeven: ik schreef daarbij ook dat als dat gebeurde, de preventieve ontslagtoets zou kunnen verdwijnen, en dat is niet gebeurd. Althans: nog niet). Er is dus minder aanleiding om de rechtsposities gelijk te trekken. Bovendien is al berekend dat de wijziging in totaal rond €100 miljoen gaat kosten, wat de vraag rechtvaardigt waarom we het zouden moeten willen.
En toch: in het huidige regeerakkoord staat dat de regering streeft naar afschaffing van de ambtenarenstatus (wat opmerkelijk is gezien het feit dat het voorstel van wet uit de Kamer komt, en niet van de regering, en bovendien al dateert van ver vóór deze regering). De Tweede Kamer heeft met het voorstel ingestemd, en de verwachting is dat de Eerste Kamer dat komende dinsdag ook zal doen.
Gaat die afschaffing veel effect hebben? Ja. Het zal niet zo zijn dat ambtenaren (ze blijven wel zo heten) dat nu direct van de ene op de andere dag zullen merken, en sommige veranderingen die nu formeel worden doorgevoerd volgen trends die al langer zichtbaar zijn. Maar ondanks dat, en ondanks het feit dat de rechtspositie van de werknemer al een stuk ambtelijker is geworden, zal het een ingrijpende verandering zijn, voor overheden, ambtenaren, voor sommige (huidige) werknemers, voor de bonden, en voor de rechters en rechterlijke procedures.
Ik ben de afgelopen drie presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten geweest en heb daar steeds bij vrienden de verkiezingsavond gevolgd, gekluisterd aan televisie en internet, en het was steeds een buitengewoon spannend (en emotioneel) iets. Ik verwacht niet dat ik het debat van komende dinsdag met eenzelfde intensiteit ga volgen, maar ben toch erg benieuwd naar de uitkomst. Als het loopt zoals verwacht en volgende week de ambtenarenstatus toch echt sneuvelt, zal ik in de periode daarna verder ingaan op wat er gaat veranderen – over een jaar of drie, want zo lang zal het duren voordat de uiteindelijke wet kan ingaan.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.