Praktijkgebieden: Contracten
Deze blog is onderdeel van de Serie Algemene voorwaarden.
Wij hebben bij Wieringa Advocaten voortdurend één of twee ‘student-stagiaires' in dienst, rechtenstudenten die bij ons kennismaken met de advocatuur. Faranaz Ishak, masterstudent aan de Vrije Universiteit, volgt op dit moment die studentstage. Ten behoeve van onze weblog schreef zij, samen met Geert Schnitzler, een bijdrage over de zogeheten grijze lijst.
Eerder schreven wij al over de vernietigbaarheid van bedingen in algemene voorwaarden. Eén van de gronden hiervoor is dat het te vernietigen beding onredelijk bezwarend is. Ten aanzien van overeenkomsten met consumenten, wijst artikel 6:237 BW een aantal bedingen aan dat vermoed wordt onredelijk bezwarend te zijn (de grijze lijst). Artikel 6:236 BW noemt bedingen die hoe dan ook onredelijk bezwarend zijn (de zwarte lijst). Naast consumenten ontlenen ook kleine ondernemers bescherming aan de zwarte en grijze lijst. Dit wordt ook wel de reflexwerking genoemd. In deze blog zal nader op de grijze lijst worden ingegaan.
Als een beding in algemene voorwaarden voorkomt op de grijze lijst, dan is het beding vernietigbaar tenzij de gebruiker van de algemene voorwaarden kan aantonen dat het betreffende beding in de gegeven situatie niet onredelijk is. De opsomming van de grijze lijst is limitatief. Hieronder volgt een aantal voorbeelden van bedingen dat is opgenomen op de grijze lijst. Het gaat om een beding:
– dat de inhoud van de verplichtingen van de gebruiker wezenlijk beperkt ten opzichte van hetgeen de wederpartij, mede gelet op de wettelijke regels die op de overeenkomst betrekking hebben, zonder dat beding redelijkerwijs mocht verwachten (sub b).
– dat de gebruiker of een derde geheel of ten dele bevrijdt van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding (sub f). Dit wordt ook wel een exoneratiebeding of exoneratieclausule genoemd.
– dat de wederpartij aan een opzegtermijn bindt die langer is dan de termijn waarop de gebruiker de overeenkomst kan opzeggen (sub l).
– dat voor de geldigheid van een door de wederpartij te verrichten verklaring een strengere vorm stelt dan het vereiste van een schriftelijk stuk dat niet is opgesteld door een notaris, maar dat wel is ondertekend (sub m).
Uit het voorgaande kan niet worden afgeleid dat bedingen die niet op de grijze of zwarte lijst staan altijd zijn toegestaan; ook die bedingen kunnen onredelijk bezwarend zijn. Het verschil is wel dat de wederpartij in dat geval zelfstandig moet bewijzen dat het beding onredelijk bezwarend is, en dat geen gebruik kan worden gemaakt van een wettelijk bewijsvermoeden.
Geert Schnitzler is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied contracten.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.