Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
In het vorige deel van deze blog werd aandacht besteed aan de positie van de leveranciers van Imtech. In dit deel komt de positie van schuldeisers van Imtech en de positie van partijen die een nog lopend contract hebben aan bod.
Positie schuldeisers
Het uitgangspunt is dat elke vordering in een faillissement van gelijke rang is, tenzij de vordering op grond van de wet een hogere rang toekomt. De praktijk leert dat deze ‘gewone' schuldeisers zelden een uitkering krijgen. Dat is anders indien een schuldeiser zich bijvoorbeeld kan beroepen op verrekening, een voorrecht, een retentierecht, of een pand- en/of hypotheekrecht.
– Verrekening. Indien u niet alleen een schuld hebt aan Imtech, maar ook nog een vordering op Imtech, dan kunt u onder bepaalde voorwaarden deze vorderingen met elkaar verrekenen.
– Voorrecht. In bepaalde gevallen kent de wet schuldeisers een voorrecht toe. Zo heeft de schuldeiser die schade heeft geleden als gevolg van het onrechtmatig handelen van de gefailleerde een voorrecht op een eventuele uitkering van de verzekeraar van gefailleerde.
– Retentierecht. Indien u een goed van Imtech onder zich hebt(bijvoorbeeld ter reparatie), dan kunt u dat onder omstandigheden onder zich houden in afwachting van betaling van uw vordering. De curator is wel bevoegd het goed op te eisen, maar u blijft uit hoofde van uw retentierecht wel bevoorrecht op de verkoopopbrengst (na aftrek van de boedelkosten).
– Pand- en hypotheekrechten. U kunt – indien u een sterke onderhandelingspositie hebt – bedingen dat uw wederpartij een pand– of hypotheekrecht ten behoeve van u vestigt op bepaalde goederen. Deze goederen dienen dan tot zekerheid van voldoening van uw vordering, ook in faillissement.
Contractspartijen Imtech
Welke opties een contractspartij van Imtech heeft, hangt in grote mate af van de vraag of Imtech en/of de contractspartij uit hoofde van de overeenkomst nog tot presteren is verplicht. Op hoofdlijnen is de situatie als volgt:
– Indien de contractspartij niet, maar Imtech wel tot presteren is verplicht, rest in beginsel niets anders dan indiening van de vordering (die meestal bestaat uit schade, aangezien de curator vaak zal besluiten niet na te komen) in het faillissement.
– Indien de contractspartij wel, maar Imtech niet meer tot presteren is verplicht, is de contractspartij verplicht alsnog de overeengekomen prestatie te leveren.
– Indien zowel de contractspartij als Imtech nog een prestatie dienen te leveren, kan de contractspartij een redelijke termijn stellen aan de curator van Imtech waarbinnen de curator aan kan geven of hij de overeenkomst gestand wenst te doen. Indien de curator dat aangeeft, is hij verplicht na te komen en zekerheid te stellen. Indien de curator aangeeft de overeenkomst niet gestand te willen doen of niet binnen de termijn reageert, is de contractspartij bevrijd van zijn prestatie.
Uit bovenstaande blijkt dat de schuldeiser en contractspartij van de failliet over het algemeen een zwakke uitgangspositie hebben. Het is daarom zaak om vóór datum faillissement uw positie te verstevigen. Wij helpen u daar graag bij.
Alexander op het Hoog is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.