Praktijkgebieden: Contracten
Het ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft EUR 125.000 vrijgemaakt om het vorig jaar gepresteerde plan van aanpak voor de verduurzaming van de textiel- en kleding sector- een duwtje in de rug te geven.
Het plan leek een antwoord op de verontwaardiging die bij de consument was ontstaan na de ramp in een kledingfabriek in Bangladesh en documentaires over kinderarbeid. De lijn om de kledingindustrie te verduurzamen is in 2011 ingezet door de OESO en de VN in hun verschillende richtlijnen voor de textiel- en kledingsector in combinatie met mensenrechten. De Nederlandse textiel- en kledingsector werkt het plan nu verder uit, zo bleek ook tijdens de Amsterdam Fashion Week en de Modefabriek.
Het gepresenteerde plan heeft aandacht voor mensenrechten en milieu, zoals vrijheid van vereniging en een veilige werkomgeving: het bedrijfsleven acht het haar plicht mensenrechten en milieu te respecteren. De branche focust in het plan op een driesporenbeleid: inkoop, transparantie én de circulaire economie. Dit initiatief is bewonderenswaardig, zeker in een periode waarin de marges in de branche onder druk staan. De subsidie die is verleend, lijkt mij daarom ook terecht en wellicht zelfs wat aan de lage kant.
Hieronder zet ik de juridische mogelijkheden uiteen om de verduurzaming contractueel handen, voeten én tanden te geven.
Het inkoopcontract is de tool waarin zaken worden geregeld. Men zou er aan kunnen denken om voorafgaand aan de totstandkoming van die overeenkomst de keten te onderwerpen aan een due diligence onderzoek. Dit gebeurt ook bij een aandelenkoop of de overname van een onderneming, dus waarom niet bij een inkoopcontract? Hierbij zou gebruik kunnen worden gemaakt van informatie zoals die wordt verkregen door de Nederlandse regering of NGO's.
Bij groen licht wordt een inkoopovereenkomst opgesteld die in ieder geval bepalingen over de producent én garanties bevat. Zo kunnen bepalingen worden opgenomen over de door de producent gebruikte grondstoffen en de wijze van de productie daarvan. Daarnaast moet onderaanneming zo veel mogelijk worden verboden. Op die manier wordt het zicht op de keten behouden.
Met betrekking tot de duur van de overeenkomst, adviseren wij een overeenkomst aan te gaan die langer loopt dan 1 of enkele collecties, uiteraard met de mogelijkheid tot tussentijdse beoordeling of beëindiging van de overeenkomst (zie hieronder). In dat geval zijn er namelijk meer mogelijkheden tot sturing of dialoog als dat nodig mocht blijken.
Ook de prestatie indicatoren verdienen aandacht. De mogelijkheid om de gehele collectie in 1 keer te bestellen of de mogelijkheid tot het doorgeven van zeer late wijzigingen in of aan een collectie leidt tot een groter risico op excessief overwerk (al dan niet door kinderen).
Tot slot is het aanbevelenswaardig een bepaling op te nemen in de inkoopovereenkomst die de mogelijkheid tot het verrichten van audits en niet aangekondigde steekproeven ter plaatse toestaat.Om te voorkomen dat de productie van textiel en kleding er uitsluitend op papier goed uitziet, moet deze namelijk ook regelmatig echt worden gecontroleerd. Audits zijn essentieel. Als gevolg van audits worden misstanden opgespoord. Mogelijk dat de verkregen subsidie voor een deel aangewend kan worden voor het ontwikkelen van tools voor audits. Van een kleine ondernemer kan in tegenstelling tot de grote ketens onmogelijk worden gevraagd zelf periodiek af te reizen naar de producent. Wij raden kleine ondernemers in dit geval aan om een NGO in te schakelen. Deze kan de audits of steekproeven tegen een net tarief voor de onderneming verzorgen.
Eventuele verbeterpunten kunnen door middel van een discussie met de producent worden verbeterd. Lastig voor het bedrijfsleven is het vinden van de juiste toon die aansluit op de lokale situatie. Er moet worden overgebracht dat “profit” hand in hand gaat met “people & planet”.
Pakt de producent de verbeterpunten niet op, dan heeft dat tot consequentie dat de inkoopovereenkomst (tussentijds) wordt beëindigd. De inkoopovereenkomst moet dus een beëindigingsclausule te bevatten die het mogelijk maakt de overeenkomst per direct te beëindigen bij meervoudige geconstateerde misstanden. In dat kader kan ook aan een boete-clausule worden gedacht. Uiteraard moet van geval tot geval worden bekeken welke bepalingen in de inkoopovereenkomst wel of niet passend zijn.
Wij volgen de ontwikkelingen op de voet en vertalen die in juridische oplossingen.
Diana Joosten is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied contracten.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.