Praktijkgebieden: Contracten
Wanneer twee partijen een overeenkomst sluiten en één van hen komt zijn verplichtingen niet na, dan heeft de andere partij in de meeste gevallen het recht om de overeenkomst te ontbinden. Die ontbinding heeft tot gevolg dat door beide partijen ongedaan moet worden gemaakt wat ingevolge de overeenkomst al was gepresteerd.
Vorige week bevestigde de Hoge Raad nog eens dat onder omstandigheden een overeenkomst ook kan worden ontbonden omdat de verplichtingen onder een andere overeenkomst niet correct worden nagekomen.
Wat was er aan de hand? Een fotospeciaalzaak ging een huurkoopovereenkomst aan met AgfaPhoto Europe voor een zogenaamd minilab. Op grond van deze overeenkomst had de fotospeciaalzaak recht op vijf jaar garantie en service. Tegelijkertijd sloot de fotospeciaalzaak met de aan de huurverkoper gelieerde financieringsmaatschappij AgfaPhoto Finance een financieringsovereenkomst. Een jaar daarna ging AgfaPhoto Europe failliet. De curator liet weten dat hij de huurkoopovereenkomst niet gestand zou doen. Om die reden besloot de fotospeciaalzaak vervolgens de betaling van de termijnen uit hoofde van de financieringsovereenkomst te staken.
AgfaPhoto Finance was het daarmee niet eens en vorderde in rechte dat de fotospeciaalzaak (onder andere) het totaal van de termijnen die nog zouden vervallen indien de financieringsovereenkomst niet voortijdig zou zijn beëindigd, aan haar zou betalen. De fotospeciaalzaak verweerde zich en stelde dat, nu de curator de huurkoopovereenkomst niet gestand zou doen, dat op zichzelf een grond vormde voor ontbinding van de financieringsovereenkomst. De fotospeciaalzaak wees daarbij op de nauwe samenhang tussen de huurkoopovereenkomst en de financieringsovereenkomst.
De Hoge Raad was dat met de fotospeciaalzaak eens. Nauwe samenhang tussen twee overeenkomsten tussen verschillende partijen kan meebrengen dat tekortschieten onder de ene overeenkomst ontbinding van de andere overeenkomst rechtvaardigt, terwijl de vraag of die samenhang moet worden aanvaard moet worden vastgesteld aan de hand van uitleg van de rechtsverhouding in het licht van de omstandigheden van het geval.
Maar, zo vond de Hoge Raad ook, de nauwe verbondenheid tussen de huurkoopovereenkomst en de financieringsovereenkomst gaat niet zover dat die met zich brengt dat AgfaPhoto Finance óók aansprakelijk is voor de schade die het gevolg is van het tekortschieten van AgfaPhoto Europe onder de huurkoopovereenkomst.
Peter Bos is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied contracten.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.