Praktijkgebieden: Zorg
Het huisvestingsdossier is hot; vanaf 1 januari 2012 wordt ook de caresector zelf verantwoordelijk voor de financiering van hun vastgoed. En omdat de ingangsdatum deze zomer pas werd vastgesteld (al hing invoering al vanaf 2009 in de lucht), is het sindsdien zaak de vastgoedportefeuille, en de waardering hiervan op de balans, grondig maar met name snel onder de loep te nemen. Alle nieuwsberichten overziend zijn de meeste instellingen hier nu volop mee bezig.
Het wordt spannend. Een wijziging als deze brengt risico’s maar ook kansen met zich: wat is straks het cijfer onder aan de streep? Is de vastgoedportefeuille dusdanig ingericht, dat alle kosten ruimschoots zijn gedekt door de normatieve huisvestingscomponent (NHC) en er mogelijk zelfs extra gelden beschikbaar komen voor de zorg?
Of, en dat risico wordt groter geacht, is deze portefeuille zodanig dat de lasten te zwaar worden? Met name omdat het vastgoed ook op een andere wijze gewaardeerd zal moeten worden: afschrijving zal plaats gaan vinden op basis van economische levensduur. Dit betekent dat de afschrijvingstermijn kan worden ingekort van 50 naar 30 jaar. En last but no least, moet ook al rekening worden gehouden met de scheiding van wonen en zorg voor de zorgzwaartepakketten 1 en 2 per 2014. Eventuele financiële gevolgen van deze laatste maatregel (bijvoorbeeld als gevolg van – extra – afwaardering) komen als gevolg van de invoering van de NHC voor rekening van de instelling zelf.
Kortom, er komt nogal wat af op de instellingen voor langdurige zorg. Voor de korte termijn kunnen de volgende aandachtspunten worden meegegeven.
Inventarisatie van de mogelijkheden van de compensatieregeling voor Immateriële Vaste Activa (IVA). Bepaalde kosten die nog op de balans voorkomen, zoals met betrekking tot asbest/sloop en oude plankosten, kunnen in 2011 nog worden aangemeld voor nacalculatie.
Eventuele afwaardering wegens hantering van de bedrijfswaarde in plaats van de boekwaarde, dient in de jaarrekening van 2011 te worden verwerkt. Dit vraagt om extra aandacht bij de voorbereiding van die jaarstukken.
Een check van alle bestaande huurcontracten op looptijd en mogelijkheden van wijziging en beëindiging, opdat mogelijkheden tot relatief eenvoudige aanpassing aan huisvestingsbehoefte niet onbenut blijven.
Het kan lonen om bouwprojecten naar voren te halen; hoe eerder er wordt gebouwd, des te meer er nog wordt vergoed via het oude systeem van nacalculatie (in 2012 90% van de huidige vergoeding, in 2013 80%, naar 0% in 2018). Daar komt bij dat tijdelijke huisvesting daar ook nog in meeloopt, maar niet wordt betrokken in de NHC.
Vanzelfsprekend denken wij graag mee bij de uitwerking van deze en andere onderwerpen. In de aanloop naar 2018, het moment van volledige toepasselijkheid van de NHC als onderdeel van een integrale (en onderhandelbare) vergoeding, zullen er nog veel knopen moeten worden doorgehakt. Denk daarbij ook aan advies over strategische beslissingen over eigendom, (ver)koop en (ver)huur van zorgvastgoed.
Femke van Ooijen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied zorg.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.